Context VN set links: model = Haven de Val
Set VN link, Property name = Supercontext, Property VN name = Supercontext
Model link = Haven de Val
Result = Dijkvakken Zeeland VN
End Set VN link
Het dijkvak ligt langs de Haven de Val, polder Zuidhoek, Zuidernieuwlandpolder en de Gouweveerpolder. Dit dijkvak ligt aan de Oosterschelde aan de zuidzijde van Schouwen-Duiveland nabij Zierikzee, het heeft een lengte van ongeveer 3,7 km en valt onder het beheer van het waterschap Zeeuwse Eilanden dat nu deel uitmaakt van waterschap Scheldestromen. De inlaagdijk maakt onderdeel uit van het dijktraject, de huidige primaire kering loopt achter langs de inlaag. De inlaagdijk zal worden versterkt zodat de achterliggende dijk minder belast wordt.
Bijzonderheden:
Lesson learned: Beperkingen werkstrook beter communiceren
Beperkingen werkstrook beter communiceren
In maart werd geconstateerd dat buiten het werkgebied (in Natura-2000) werd gereden. Zware kranen lieten diepe sporen achter. In de toetsen stond duidelijk aangegeven dat de aannemer het gebied buiten de werkstrook niet mocht betreden. Het projectbureau had dit tijdens vergaderingen meer onder de aandacht kunnen brengen.
In het detailadvies is een inventarisatie opgenomen van de op de aanwezige bekleding voorkomende flora. Verder wordt een advies verstrekt over de soort bekleding die moet worden toegepast. Op de nieuwe bekleding moet zich minstens een zelfde kwaliteit vegetatie kunnen ontwikkelen als op de vroegere bekleding.
In 2005 heeft een onderzoek plaatsgevonden in het onderhavige gebied. Het maakte deel uit van een inventarisatie van broedvogels, amfibieën, reptielen en zoogdieren rondom de Oosterschelde. Er zijn in totaal 28 soorten broedvogels aangetroffen. Daarnaast komt één soort reptiel in De Val voor, namelijk de Levendbarende hagedis. Op en rond de Muraltmuurtjes bij De Val zijn maximaal zes individuen tegelijk waargenomen. Bij de dijkwerkzaamheden wordt veel in het werk gesteld om met mitigerende maatregelen deze kleine en kwetsbare populatie te behouden. In 2007 heeft de Stichting Landschapsbeheer Zeeland in een inrichtingsvoorstel ten behoeve van het behoud van de levendbarende hagedis beschreven hoe een nieuwe verblijfplaats aan te leggen. Ook heeft in 2007 een overleg plaatsgevonden dat is bedoeld om na te gaan of er eventuele obstakels zijn te verwachten bij de uitvoering van het plan. In 2009 zijn uitgewerkte plannen beschreven voor de bouw van vervangende habitat en het verplaatsen van de hagedissen. Er is discussie over de vraag of een ontheffingsaanvraag in het kader van de Flora en faunawet benodigd is. Het projectbureau zal deze voorbereiden. Verder wordt een gedetailleerd plan opgesteld waarin wordt aangegeven hoe de werkzaamheden van de sloop van de oude Muraltmuur moeten verlopen en de manier waarop de hagedissen moeten worden gestimuleerd om de nieuwe verblijfplaats te vinden.
Bij dp 261 staat Zeekool, dit is een Provinciale aandacht soort, wat betekent dat indien mogelijk deze beschermd dient te worden. De mogelijkheden worden onderzocht om de Zeekool gedurende de uitvoeringsperiode verder op het schor te verplaatsen aangezien deze zich in de werkstrook bevindt.
Voor de primaire kering van dit deelgebied ligt het schor van Gouweveer wat vastgelegd is met Vilvoordse steen. Om dit schor te behouden wordt er voor gekozen om de huidige schorrandverdediging van Vilvoordse te overlagen met gepenetreerde breuksteen. Het schor wordt gevoed door een geul. Daarom zal de schorrandverdediging van gepenetreerde breuksteen rond de monding van de geul worden onderbroken zodat de geul vrije doorgang blijft houden.
Het schelpenstrandje dat gebruikt wordt door broedende Scholeksters, Tureluurs en Bontbekplevieren dient na de uitvoering teruggebracht te worden.
Bij de Ecologische controle tijdens de dijkwerkzaamheden is ook gerapporteerd over de mitigerende maatregelen ten aanzien van de hagedissen. Ook na beëindiging is een controle uitgevoerd. Hierbij bleek dat op de voormalige werkstrook meer water bleef staan dan de bedoeling was. Naar aanleiding van deze controle zijn aanvullende maatregelen getroffen. Bij een aanvullende controle in april 2011 was de waterhuishouding aanzienlijk verbeterd.
Lessons Learned
In maart werd geconstateerd dat buiten het werkgebied (in Natura-2000) werd gereden. Zware kranen lieten diepe sporen achter. In de toetsen stond duidelijk aangegeven dat de aannemer het gebied buiten de werkstrook niet mocht betreden. Het projectbureau had dit tijdens vergaderingen meer onder de aandacht kunnen brengen.
Voordat een project kan worden aangemeld in het kader van een mer procedure en voordat vergunningen kunnen worden aangevraagd, wordt door het projectbureau een planbeschrijving opgesteld. Later is een erratum verschenen om de verhoging van de kruin te verantwoorden, die in het werk wordt meegenomen. Deze stukken zijn door het waterschap aan de provincie verzonden om te bezien of een mer procedure wordt verplicht en om goedkeuring te verkrijgen in het kader van de Wet op de waterkering. Een mer procedure is niet nodig en de goedkeuring wordt verleend.
Ter voorbereiding van een aanvraag in het kader van de Natuurbeschermingswet wordt een passende beoordeling opgesteld. Sinds het opstellen hiervan hebben twee wijzigingen in de voorziene werkzaamheden plaatsgevonden, namelijk een noodzakelijke kruinverhoging langs een deel van het dijktraject en de Muralt-muurtjes worden niet in 2009 maar in 2010, voorafgaand aan de werkzaamheden aan de dijkbekleding, worden afgebroken. In een erratum Passende Beoordeling en Soortenbeschermingstoets worden de veranderingen en mogelijke effecten beschreven en getoetst in aanvulling op de al bestaande toetsen. Omdat de kruinsverhoging ter plaatse van het binnentalud tot grondaanvulling leidt zal ook hier het gras voorafgaande aan de werkzaamheden moeten worden gemaaid om broedvogels af te schrikken. De aanvraag wordt door het waterschap verzorgd. Bij het afgeven van de vergunning worden voorwaarden gesteld die er zorg voor dragen dat milieueffecten zo veel mogelijk worden beperkt.
Op het verhoogde deel van het schor staan diverse exemplaren van de zeekool, een vrij zeldzame plantensoort. Het is wenselijk ook hier een werkstrook van 10 m aan te houden, om de groeiplaatsen van de zeekolen te sparen. Door het versmallen van de werkstrook blijft een groter deel van het hoger gelegen schor gespaard. Bij het aanleggen van de teen dient tijdelijk zand te worden ontgraven. Dit dient bij een smallere werkstrook te worden opgeslagen op het nabijgelegen schelpenstrandje. Omdat gebruik van dit buiten de verleende vergunning valt wordt een Toetsing aanpassing werkzaamheden dijktraject Haven de Val opgesteld op basis waarvan aan de provincie wordt gevraagd of een wijziging van de vergunning moet worden aangevraagd.
In de ontwerpfase was het gehele onderhoudspad voorzien van met grond ingestrooide open steenasfalt om recreatie te ontmoedigen. Later is besloten het oostelijk deel van het pad open te stellen voor fietsers in het kader van recreatief gebruik van buitendijkse onderhoudswegen volgens de nota 'Daar bij de waterkant'. Deze wijziging is onderbouwd in een memo waarin de mogelijke effecten op de beschermde natuurwaarden van het Natura 2000-gebied Oosterschelde als gevolg van de wijziging aan de orde komen. Uit deze informatie blijkt onder andere dat een jaarronde openstelling van het buitendijkse onderhoudspad in de praktijk niet leidt tot significante effecten. Vogelbescherming Nederland betreurt deze gang van zaken maar vindt bij het waterschap geen gehoor om af te wijken van de besluitvorming zoals deze gevolgd is.
Parallel aan deze passende beoordeling wordt in het kader van de Flora- en faunawet een soortenbeschermingstoets uitgevoerd. Op basis van de mitigerende maatregelen die in de Soortenbeschermingstoets worden genoemd is geen ontheffing nodig in het kader van de Flora en faunawet.
Bij het waterschap wordt een aantal zienswijzen ingediend. Het gaat hier om uitbaters van mosselkwekerijen die vermoeden dat door de werkzaamheden van de dijkverbetering de mogelijkheden om mossels te kweken in grote mate worden ingeperkt. In het antwoord van het waterschap wordt er op gewezen dat de ingediende zienswijzen geen betrekking hebben op het project Zeeweringen maar op het project Vooroeverbestortingen van Rijkswaterstaat Zeeland. Het waterschap heeft de zienswijzen daarom doorgestuurd naar de afdeling Bestuurlijk Juridische Zaken en Vastgoed van Rijkswaterstaat Zeeland.
In 2012 is tijdens een inspectie geconstateerd dat het aangebrachte open steenasfalt ter plaatse van de overgang naar de overlaging niet dik genoeg is. Daarom zijn aanvullende werkzaamheden voorzien. De werkzaamheden zijn voorzien binnen het Natura 2000-gebied Oosterschelde. Bovendien vormen de dijk en de directe omgeving mogelijk het leefgebied van beschermde soorten. In het kader van respectievelijk de Natuurbeschermingswet 1998 en de Flora- en faunawet is het noodzakelijk een toetsing uit te voeren naar de effecten van de werkzaamheden op beschermde natuurwaarden. Er worden wel beperkte negatieve effecten voorzien maar het aanvragen van vergunningen in het kader van de Natuurbeschermingswet en de Flora- en faunawet is niet nodig.
Om alle benodigde communicatie te structureren is een omgevingsplan opgesteld. Hierin wordt aangegeven met wie, wanneer en hoe met verschillende betrokkenen moet worden gecommuniceerd. Hiertoe dient ook de communicatiematrix.
Het projectbureau neemt contact op met de eigenaren van het landbouwperceel in de inlaag. Deze geven aan dat het perceel ook tijdens de uitvoering van het werk toegankelijk moet zijn.
De uitbaters van mossel- en vispercelen worden op de hoogte gebracht van de komende werkzaamheden. Met een paling- en kreeftenvisser, die op het gedeelte voor de havendam van Haven De Val en voor de inlaag op de grens van de huidige kreukelberm zijn kreeftcurven (fuiken) heeft liggen, worden de mogelijkheden besproken om de hinder en nadelige gevolgen zo veel mogelijk te beperken.
De steenbekleding op de dijk bestond aan het begin van het traject uit een groot vak Hydroblocks met daarboven Haringmanblokken. Aan het einde van het traject bestond de bekleding uit een groot vlak basalt. Tussen deze Hydroblocks en basalt bestond de bekleding voornamelijk uit Vilvoordse steen die grotendeels gepenetreerd was met beton, afgewisseld met kleine vlakken Petit Graniet en Lessinesche steen. Boven de ingegoten Vilvoordse steen die aan het grote vlak basalt grensde bestond de bekleding uit doorgroeistenen. De bovengrens van de steenbekleding varieerde van NAP + 2,8 m tot NAP + 4,5 m. De delen van het bovenbeloop die daarboven lagen, het grootste deel van de berm die begon op circa NAP + 2,9 m à 4,4 m, waren met klei en gras bekleed. Lokaal waren op de berm doorgroeistenen of tegels aangebracht.
De actualisatie van de toetsing is uitgevoerd door het waterschap. De controle en vrijgave is opgesteld door het projectbureau. Hierin is aangegeven dat de havendam niet tot het project wordt gerekend, de bekleding in de haven wordt verbeterd en de dam achterlangs gepasseerd. Deze beslissing is genomen nadat een notitie is opgesteld waarin de golfcondities met en zonder aanwezigheid van de havendam zijn vergeleken. Ook de Noordbout zal niet worden aangepast in dit project. In een later verschenen erratum staat een aantal aanvullingen en wijzigingen met betrekking tot de bestorting van de kreukelberm.
Een vlak basalt in de ondertafel van dp 246 tot en met dp 248 is goed getoetst. De overige bekleding moet worden verbeterd. Delen van de kreukelberm zijn voldoende getoetst. De Muraltmuur wordt geheel verwijderd, omdat de kwaliteit van de muur onvoldoende is.
De dikten van de gezette bekledingen zijn extra vergroot, omdat de waterstanden op de Oosterschelde tijdens de maatgevende stormen minder variëren dan op de Westerschelde, waardoor de golfaanval langer op één niveau blijft. De bekleding van de inlaagdijk bestaat aan de binnenzijde uit open steenasfalt, aan de buitenzijde eveneens op de boventafel. De ondertafel bestaat uit gepenetreerde breuksteen, afgestrooid met lavasteen. Om de overslag onder maatgevende omstandigheden te beperken wordt de kruin van de inlaagdijk met 0,4 m verhoogd. De ondertafel van de waterkering bestaat uit gepenetreerde breuksteen met een afstrooilaag van lavasteen. Binnen de haven bestaat de boventafel uit zuilen. Vervolgens ligt er open steenasfalt. Het laatste deel is weer bekleed met zuilen. Het onderhoudspad wordt uitgevoerd in open steenasfalt, afgestrooid met grond. De laagdikte van de open steenasfalt is in het erratum van de ontwerpnota nader bepaald.
De toetsgroep, ingesteld om het ontwerp te toetsen, heeft vragen over de noodzaak om de inlaag te versterken, de sterkte van de havendam en de schorrandverdediging. Hun commentaar is in de ontwerpnota verwerkt. Over de noodzaak om de inlaagdijk te versterken is door het waterschap een notitie verschenen.
In de vrijgave is vastgelegd dat de schorrand verdediging niet wordt meegenomen. Na overleg ter plaatse is besloten om dit wel te doen omdat men anders te diep in het schor moet gaan graven voor realisatie van de ondertafel van de kering die achter langs het schor loopt. Een andere later ingebrachte wijziging betreft de beperkte aanpassing van een deel van de kruinhoogte. Om dit mee te nemen binnen het project is toestemming verleend door DG Water van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat. Ten slotte is het oostelijk deel van de onderhoudsstrook niet uitgevoerd in open steenasfalt, afgedekt met grond maar met een asfaltlaag.
De gegevens moeten nog uit connect worden toegevoegd
Het bestek is samengevoegd met het traject Vierbannen in 2009. Dit bestek wijkt in belangrijke mate af van de traditioneel door de Rijkswaterstaat te gebruiken activiteit- of productgerichte bestekken. In het kader van innovatief aanbesteden wil de Rijkswaterstaat het bedrijfsleven op andere wijze betrekken bij het realiseren van projecten ten behoeve van de Nederlandse infrastructuur. Door de toepassing van andere contractvormen dan de traditionele wenst de Rijkswaterstaat het bedrijfsleven bij de uitvoering van werken in staat te stellen tot het doorvoeren van product- en procesinnovaties. Deze innovaties leiden tot nieuwe acties die door de aannemer zelfstandig dienen te worden verricht, het gaat dan om het maken van afwijkingen en dergelijke. De directie heeft hierop toegezien, onder andere door het uitvoeren van toetsen.
Het komt voor dat tijdens de werkzaamheden onvoorziene kosten worden gemaakt. Deze worden vastgelegd in afwijkingsrapporten. Na overeenstemming met de directie over de gemaakte kosten wordt een vatstellingsovereenkomst gesloten, waarna de betaling kan worden uitgevoerd. Het gaat onder andere over afwijking van taludhelling waardoor extra bekleding moet worden aangebracht, wijziging in bestorting kreukelberm, het aanleggen van tijdelijke depots, het beperkt ophogen van de inlaagdijk en extra werk aan de museumglooiing.
Nadat het werk gereed was, bleek de laagdikte van de open steenasfalt in grote mate onvoldoende was.
Bij de eerste vergadering van het tweede jaar is de traject ecoloog aanwezig. Deze geeft toelichting op de verstrekte NB vergunning, met name de aanwezigheid van de levendbarende hagedis, en neemt de bepalingen van deze vergunning door. Hieronder valt ook het maaien voor 15 maart. De vergunning wordt achtergelaten in de bouwkeet zodat hij altijd ter inzage is. De aannemer geeft aan dat hij tijdig zal laten maaien.
De aannemer heeft in samenwerking met een onafhankelijke deskundige de mosselpercelen bekeken en opgenomen. Dit i.vm. de eventuele schade die aangebracht zou zijn door het lossen en de vaarbewegingen van de daarvoor benodigde schepen. In verband met de kwetsbare periode en de negatieve gevolgen voor de ontwikkeling van mosselzaad wordt er niet meer gelost per schip. Dit brengt extra kosten met zich mee.
Camping Vierbannen heeft overlast ondervonden van grondtransporten. Deze worden uitgevoerd, zowel voor het traject Vierbannen als voor traject Haven de Val. De opdrachtgever geeft aan dat de werkzaamheden en transporten in verband met overlast niet voor 9 uur 's ochtends kunnen aanvangen.
De provincie heeft geconstateerd dat twee provinciale elektriciteitskasten langs de N256 ter hoogte van De Val bij Zierikzee omringd zijn door breuksteen. Deze steen is in depot geslagen als gevolg van de dijkverzwaring Haven De Val. De kasten zijn moeilijk bereikbaar en de kans op beschadigingen is groot. Men verzoekt de directe omgeving van de kasten vrij te maken zodat deze altijd toegankelijk zijn en de deuren te openen zijn.
Schade en herstelwerkzaamheden Nadat het werk was gereedgekomen is geconstateerd dat de dijkbekleding van open steenasfalt op bepaalde plaatsen een dikte heeft van slechts enkele centimeters, terwijl op basis van het contract een dikte van 25 cm aangebracht behoorde te worden. De constructie is hier niet bestand tegen de omstandigheden waarop de constructie is ontworpen, hetgeen de nodige gevolgen heeft voor de veiligheid ter plaatse.
De aannemer stelt dat de bekleding is opgeleverd en aanvaard. Verder stelt de aannemer dat de schade is ontstaan nabij de overgang naar de breuksteen en dat de omvang van de schade aanzienlijk beperkter is dan de directie veronderstelt. Wel geeft de aannemer aan om in overleg te willen treden om de situatie te verbeteren. De directie geeft nogmaals aan dat de bekleding dunner is aangelegd dan contractueel verplicht was en dat het al of niet ontdekken van een dergelijke tekortkoming niet relevant is. De directie aanvaardt het aanbod om gezamenlijk tot een oplossing te komen.
Eerst wordt de laag gepenetreerde breuksteen ter plaatse van de overgangsconstructie opgehoogd met ingegoten breuksteen. Daarna wordt de laag open steenasfalt tot de vereiste dikte aangevuld. Deze werkzaamheden zijn eind 2014 voltooid. Deze periode heeft lang geduurd. De verwerking van open steenasfalt is in de winter periode niet mogelijk en de regels van de Natuurbeschermingswet verbieden het hinderen van vogels.