Context VN set links: model = Hollarepolder
Set VN link, Property name = Supercontext, Property VN name = Supercontext
Model link = Hollarepolder
Result = Dijkvakken Zeeland VN
End Set VN link
Dijktraject Hollarepolder ligt aan de noordzijde van het eiland Tholen, ten oosten van Sint-Annaland. Het omvat de dijken langs de Hollarepolder en de Joanna-Mariapolder. Het traject begint bij dijkpaal 740 en eindigt bij dijkpaal 776+40 meter. De lengte van het traject is 3,6 kilometer. Het dijktraject en een deel van het schor dat voor het dijkvak ligt zijn particulier eigendom. Een ander deel van het schor is eigendom van Staatsbosbeheer. Waterschap Scheldestromen tekent voor het beheer van de dijken op het traject.
Lesson learned: Klachten ondernemer
Escalatie door verkeerde inschatting
Tijdens de uitvoering ontving het projectbureau klachten van een ondernemer over stof. De ondernemer had hier voorafgaand aan de werkzaamheden al voor gewaarschuwd, maar doordat er meerdere projecten in de omgeving in uitvoering waren, kreeg de ondernemer nergens poot aan de grond. De situatie escaleerde daardoor. Het projectbureau had de klachten vanaf het begin serieus genomen moeten worden. De projectleider had de omgevingsmanager moeten inschakelen op het moment dat hij niet tot een oplossing kon komen.
Lesson learned: Onderaannemer failliet
Uitvoerders direct ingehuurd
Tijdens de werkzaamheden ging de onderaannemer failliet. De aannemer loste dit op door de partijen die voor de onderaannemer werkten zelf in te huren om het werk af te maken. Het projectbureau eiste deze oplossing om zo de voortgang van de werkzaamheden veilig te stellen en de veiligheid te waarborgen.
Lesson learned: Onervaren onderaannemer
Extra inzet projectbureau
De aannemer liet specialistische werkzaamheden uitvoeren door onervaren onderaannemer. Hierdoor moest Zeeweringen als opdrachtgever veel extra inspanning leveren om het vereiste kwaliteitsniveau van de dijkversterking te bereiken. Het projectbureau concludeerde dat dit probleem nauwelijks voorkomen had kunnen worden. Een aannemer is contractueel gezien vrij om te beslissen hoe hij zijn werkzaamheden uitvoert en wie hij voor de uitvoering ervan inschakelt.
Projectbureau Zeeweringen heeft voor dijktraject Hollarepolder, net als voor alle andere dijktrajecten, een Omgevingsplan gemaakt (zie referenties). Dat plan omvat een inventarisatie van alle stakeholders die voor dit dijktraject relevant zijn. Daarnaast staat hierin beschreven op welke manier het projectbureau deze doelgroepen geïnformeerd heeft over de werkzaamheden.
Aan de westkant van het dijktraject is een aantal bedrijven gevestigd. Voorafgaand aan de werkzaamheden voerde projectbureau Zeeweringen gesprekken met deze ondernemers. Tijdens deze gesprekken gaf één van hen aan stofoverlast te verwachten als gevolg van de dijkversterkingswerkzaamheden. Om de hinder te beperken nam Zeeweringen de volgende maatregelen:
Tijdens de uitvoering diende de desbetreffende ondernemer regelmatig klachten over stofoverlast in bij het projectbureau. Omdat de gemeente Tholen tegelijkertijd met de dijkversterking werkzaamheden in de directe omgeving uitvoerde en er in de omgeving een nieuwe supermarkt gebouwd werd, was niet duidelijk wie de stofoverlast veroorzaakte. Onderzoek wees uit dat het stof vanwege de windrichting niet afkomstig kon zijn van Zeeweringen. De ondernemer stelde vervolgens de gemeente aansprakelijk, maar ook die stelde hem niet in het gelijk. Aansluitend voerde projectbureau Zeeweringen twee gesprekken met de ondernemer. Deze gesprekken leidden niet tot een gewenste oplossing.
Het schor voor het dijktraject is door Provincie Zeeland aangewezen als locatie voor vergunninghouders om zeegroenten te snijden. Tijdens de werkzaamheden aan de dijk was projectbureau Zeeweringen daarom verplicht een veilige doorgang naar het schor te creëren voor zeegroentesnijders met een vergunning. Zeeweringen had met hen afgesproken dat zij zich vooraf dienden te melden bij de bouwkeet voor een veiligheidsinstructie. Daar ontvingen ze bovendien een veiligheidshesje en instructies over een veilige looproute naar het schor. Omdat de veiligheidsinstructie onderdeel uitmaakte van de vergunningsvoorwaarden stuurde de provincie deze instructie als bijlage van de vergunning naar alle vergunninghouders.
Een aantal inwoners van de nabij gelegen plaatsen Sint-Annaland en Tholen wilden dat projectbureau Zeeweringen het onderhoudspad toegankelijk zou maken voor recreatief medegebruik (fietsers). De natuurbeschermingswet stond dit echter niet toe. Het projectbureau wilde in samenspraak met de beheerder van de dijk, het waterschap, het onderhoudspad asfalteren en afsluiten. De provincie Zeeland was van mening dat een geasfalteerd pad recreatief medegebruik zou stimuleren, ondanks de afsluiting. Zij schreef daarom in haar vergunning fietsonvriendelijk, grof afgewalst open steenasfalt voor. De recreatievereniging Tholen diende bezwaar in bij de Raad van State tegen dit besluit. De Raad van State verklaarde het bezwaar als niet ontvankelijk, omdat het de recreatievereniging niet al belanghebbende zag.
In het ecologisch detailadvies worden de aanwezige planten geïnventariseerd, zowel in de getijzone als ter plaatse van de boventafel. Op basis hiervan wordt een advies verstrekt over de soort nieuwe bekleding die moet worden gekozen om minstens een gelijkwaardige begroeiing in de toekomst te verkrijgen. Dit detailadvies is opgenomen als bijlage van de ontwerpnota.
Voor het dijkvak ligt een schor. Om het schor te sparen hield de aannemer een werkstrook aan van maximaal acht meter vanuit de teen van de dijk. Daarmee bleef hij ruim binnen de volgens de vergunning toegestane werkstrook van vijftien meter. Na afloop van de dijkversterking constateerde Zeeweringen dat de aannemer het schor netjes en (vrijwel) onbeschadigd had achtergelaten.
In één van de kreken van het schor groeit groot zeegras (Zostera marina). Om dit te sparen mocht de aannemer het water dat uit de voet van de dijk gepompt werd niet in de kreek lozen. Dit om te voorkomen dat het zeegras bedolven zou worden door sediment en daardoor zou afsterven.
Om de zeldzame schorzijdebij te ondersteunen heeft projectbureau Zeeweringen een bijenhotel aangelegd in de buurt van het schor, dat voor dijktraject Hollarepolder ligt. Vrijwilligers van landschapsbeheer Zeeland onderhouden het bijenhotel.
Door het projectbureau is een planbeschrijving opgesteld. Deze is ter inzage gelegd. Op basis van de planbeschrijving wordt door het waterschap vastgesteld dat een milieueffectrapport niet behoeft te worden opgesteld. Een verzoek tot goedkeuring Waterwet wordt aan de provincie verzonden. Deze geeft goedkeuring. Verder wordt de planbeschrijving gebruikt bij de aanvraag van vergunningen in het kader van verschillende wetgeving. Op basis van de Passende Beoordeling wordt een vergunning Natuurbeschermingswet afgegeven.
Verder wordt in het kader van een mogelijk benodigde vergunning in het kader van de Flora- en faunawet een Soortenbeschermingstoets opgesteld. Deze vergunning is niet nodig, de toets voldoet indien de genoemde mitigerende maatregelen worden nagekomen.
Aan het einde van het werk is een ecologische eindcontrole uitgevoerd. Tijdens deze eindcontrole bleek dat tijdens de uitvoering zorg is besteed aan de in de NB vergunning beschreven voorwaarden.
Voor elk dijktraject is een vaste transportroute opgesteld. Hierbij heeft het projectbureau zoveel mogelijk rekening gehouden met de omgeving.
Aan communicatie rondom dijktraject Hollarepolder is veel aandacht besteed. Daartoe is een omgevingsplan opgesteld waarin de diverse doelgroepen in kaart zijn gebracht met bijbehorende communicatiemiddelen en deadlines.
In een vroegtijdig stadium is er een advertentie geplaatst. Hierin is het voornemen van de dijkversterking kenbaar gemaakt en is gewezen op de mogelijkheid om zienswijzen in te dienen.
Met huis-aan-huiskranten zijn de omwonenden over het werk geïnformeerd. Daarnaast zijn er voor recreanten en belangstellenden bij het werk zelf informatieborden geplaatst.
Tussen dijkpaal 740 en dijkpaal 753+50 meter was de dijk bekleed met open steenasfalt. Het open steenasfalt was vrij sterk begroeid, waardoor de dijk een groene uitstraling had. Tussen dijkpaal 755+30 meter en dijkpaal 775+50 meter bestond de bekleding van de dijk uit klei, begroeid met gras. Het hele traject kende geen onderhoudspad.
Waterschap Scheldestromen actualiseerde de oude toetsing van het dijktraject aan de veiligheidsnorm, zoals die is voorgeschreven in de Waterwet. Volgens deze norm werd het open steenasfalt tussen dijkpaal 740 en dijkpaal 755+30 meter afgekeurd vanwege plaatselijk sterke erosie. De grasbekleding tussen dijkpaal 755+30 meter en 775+50 meter voldeed eveneens niet aan de norm. De betonzuilen tussen dijkpaal 775+50 meter en dijkpaal 776+40 meters werden goed getoetst. Over het hele dijktraject ontbrak het onderhoudspad.
Na controle van de toetsing door het projectbureau is het dijkvak vrijgegeven voor de noodzakelijke verbeteringen.
De gebruikte randvoorwaarden zijn weergegeven in bijgevoegde Update detailadvies Hollarepolder, Joanna Mariapolder.
Het voorontwerp, de variantenafweging en het definitieve ontwerp van het dijktraject zijn uitgebreid omschreven in de ontwerpnota. Volgens deze nota is het dijktraject Hollarepolder opgedeeld in drie deelgebieden:
Projectbureau Zeeweringen heeft het deelgebied tussen dijkpaal 775+50 meter en dijkpaal 776+40 meter niet apart benoemd, omdat de goedgetoetste betonzuilen in dit deelgebied zijn blijven liggen. In de deelgebieden 1, 2 en 3 heeft projectbureau Zeeweringen de onder- en boventafel bekleed met open steenasfalt. Over het open steenasfalt is een laag grond gelegd, die ervoor zorgt dat de dijk snel na de dijkversterking weer een groene aanblik heeft. Op de buitenberm heeft het projectbureau een onderhoudspad aangelegd met fosforslakken, afgedekt met een laag open steenasfalt. Het onderhoudspad is niet opengesteld voor fietsers.
Keuze open steenasfalt
In dit dijktraject is gekozen voor open steenasfalt. Dat is een relatief lichte dijkbekleding. Projectbureau Zeeweringen kan deze keuze verantwoorden, omdat de golfaanval op deze locatie gering is vanwege het schor dat voor het dijktraject ligt. Het bekleden van de dijk met klei was eveneens een mogelijkheid geweest. Zeeweringen heeft daar niet voor gekozen, omdat het onderhoud van kleidijken relatief duur is. Deze onderhoudskosten komen voort uit het feit dat kleidijken regelmatig gemaaid moeten worden. Bovendien moeten er na een storm vaak gaten in de kleilaag hersteld worden.
Na afloop van het werk is een toetsing uitgevoerd en is het dijkvak overgedragen aan het waterschap.
De aannemer liet het werk uitvoeren door een onderaannemer, die vervolgens delen van het werk ook uitbesteedde aan andere partijen. Voor projectbureau Zeeweringen was niet duidelijk of de onderaannemer de hele dijkversterking door andere partijen liet uitvoeren, of dat hij alleen materiaal en personeel inhuurde van derden. Tijdens de uitvoering zag het projectbureau al snel dat het personeel van de onderaannemer weinig tot geen ervaring had met werken aan een dijk, werken in een getijdezone en werken met open steenasfalt. Hierdoor moest Zeeweringen veel inspanningen leveren om het vereiste kwaliteitsniveau van de dijkversterking te bereiken.
Tijdens de werkzaamheden ging de onderaannemer failliet. De aannemer loste dit op door de partijen die voor de onderaannemer werkte zelf in te huren om het werk af te maken. Het projectbureau eiste deze oplossing om zo de voortgang van de werkzaamheden veilig te stellen en de veiligheid te waarborgen.
Meestal brengen aannemers open steenasfalt aan met een kraan. In dit dijktraject bracht de aannemer het open steenasfalt op het onderhoudspad aan met een asfaltspreidmachine. Op het talud gebruikte hij een kraan voor het aanbrengen van het open steenasfalt. Bij het aanbrengen van het open steenasfalt en het geotextiel onder het open steenasfalt maakte hij veel fouten. Zo lag de overlap van de banen geotextiel verkeerd en was de laag open steenasfalt op een aantal punten niet dik genoeg. Deze fouten herstelde de aannemer achteraf.
Binnendijks ligt een onverhard onderhoudspad dat de aannemer gebruikte voor transporten. Voorafgaand aan de transporten verwijderde hij de bovenste laag van het pad om beschadiging te voorkomen. Na afloop van de werkzaamheden herstelde hij het onderhoudspad. Hiervoor gebruikte hij op enkele plaatsen klei in plaats van grond. Projectbureau Zeeeweringen ontving hierover klachten van het waterschap als beheerder van de dijk en van een pachter. Naar aanleiding daarvan herstelde de aannemer het pad.
De versterking van dijktraject Hollarepolder is op tijd en binnen budget opgeleverd.
Context VN set links: model =