Kruiningenpolder


Context VN set links: model = Kruiningenpolder


Set VN link, Property name = Supercontext, Property VN name = Supercontext

Model link = Kruiningenpolder

Result = Dijkvakken Zeeland VN

End Set VN link


Bekleding 
Betonzuil, Gekantelde blokken, Betonzuil met ecotop
Specifieke constructie 
Strekdam, Spuisluis
Voorland 
Slik
Ruimtegebruik 

Jaar 
2002
Locatie 
Zuid-Beveland
Coördinaten 
51° 26' 19", 4° 1' 20"
Dijktraject 
215,5 - 225,9



Het dijkvak Kruiningen viel tijdens de uitvoering onder het beheer van het Waterschap Zeeuwse Eilanden dat nu deel uitmaakt van Waterschap Scheldestromen. Het ligt aan de noordzijde van de Westerschelde, ter hoogte van Kruiningen, tussen de voormalige Veerhaven en het kanaal door Zuid-Beveland, en heeft een lengte van ongeveer 1050 m.

Bijzonderheden:

  • Oorspronkelijk lag het in de bedoeling ook het gebied van de voormalige veerhaven mee te nemen. De onduidelijkheid over de toekomstige bestemming van de veerhaven en de ongeschiktheid van de huidige randvoorwaarden waren redenen om hiervan af te zien.



Omgevingsmanagement werkprocessen





Cultuurhistorie

Rekening houdend met het landschap, moet het aantal verschillende bekledingstypen worden beperkt. Aangezien in het gekozen ontwerp de vrijkomende betonblokken worden hergebruikt, heeft een deel van de ondertafel geen donkere kleur, en bestaat er dus lokaal geen duidelijk onderscheid tussen de lichte boventafel en de ondertafel. In het Detailadvies van de Dienst Landelijk Gebied wordt aanbevolen de dijkdoorbraak uit 1953 te benadrukken door op de plaats van de doorbraak, op zowel de onder- als de boventafel, een donkere bekleding aan te brengen. Hiervan is afgezien, omdat het aantal verticale overgangen moet worden beperkt en op de boventafel bij voorkeur lichte bekledingen moeten worden aangebracht.





Referenties





Ecologie

Langs het dijkvak ligt een slikgebied. Slikgebieden zijn van betekenis als kraamkamer en opgroeigebied voor mariene fauna (bijvoorbeeld tong en garnalen) en als voedselgebied voor vogels. Een deel van het slikgebied wordt dan ook door de Provincie aangemerkt als een integraal milieubeschermingsgebied. De Milieu-inventarisatie vermeldt op een aantal plaatsen ornithologische waarden, in de vorm van rustende of foeragerende vogels. Bij de dijk van de Kruiningenpolder moet rekening gehouden worden met de komst van broedende plevieren. Daarom moet een aantal vogeloversteekplaatsen worden aangelegd.







Vergunningen

De planbeschrijving is een samenvatting van het ontwerp en hieronder liggende studies. De planbeschrijving bevat de nodige informatie waarop inspraak en besluitvorming kan plaatsvinden. De provincie gaat akkoord met de vastgestelde plannen ter verbetering van de gezette steenbekledingen te Kruiningen volgens artikel 7 van de Wet op de waterkering. De provincie onderschrijft de visie over de ingebrachte argumenten in de zienswijze van Vogelbescherming Nederland. Wel wordt aandacht gevraagd voor de reeds aangelegde onderhoudsweg op de boventafel van het dijkvak Borsselepolder, om alsnog te bezien of de meest recente versie van de milieu-inventarisatie Westerschelde aanleiding geeft het besluit tot openstelling van deze onderhoudsweg te heroverwegen.

Er is een aantal vergunningen en richtlijnen waaraan al dan niet moet worden voldaan. Hoewel er voor de glooiing slikken liggen, is er voor het werk voor zover dat die slikken raakt, geen aanlegvergunning vereist; zo'n vergunning is ter plaatse slechts vereist voor het storten en lozen van baggerspecie, en daarvan is geen sprake. Het betrokken dijkvak grenst niet aan een Beschermd of Staatsnatuurmonument krachtens de Natuurbeschermingswet, zodat ook uit dien hoofde geen vergunning vereist is. Het betrokken dijkvak grenst, over de volle lengte, wél aan die delen van de Westerschelde, die bij besluit van 24 maart 2000 zijn aangewezen als Speciale Beschermingszone in het kader van de Europese Vogelrichtlijn en als Wetland in het kader van de Wetland-Conventie. Dat feit dwingt tot een kwalificatie van de schade die (tijdelijk) aan de habitat van de, het gebied kwalificerende, (water)vogels wordt toegebracht. De gemeente is in beginsel enthousiast over de optie om een aan te leggen onderhoudsstrook mede als een "buitendijkse recreatieve fietsroute" te benutten, maar waar dat om ornithologische redenen niet verantwoord is, dient de route binnendijks geleid te worden. De gemeente geeft in overweging de hiervoor bedoelde ornithologische belangen door een terzake deskundige te laten beoordelen en beschrijven. Wanneer geconcludeerd wordt dat het slik/schor als hoogwatervluchtplaats, broedgebied of anderszins voor (water)vogels van belang is, zal een aan te leggen onderhoudsstrook immers niet, dan wel slechts beperkt, voor (fiets)recreatief medegebruik opengesteld mogen worden. Er is een aanvraag ingediend om bouwvergunning voor het legaliseren van het tijdelijk plaatsen van tien kantoorunits en een materiaalcontainer aan de Veerhaven in Kruiningen, de Westveerdijk 5 in Waarde en de Grensweg 17 in Rilland. Naar aanleiding hiervan is door de gemeente besloten deze vergunning te verlenen.









Referenties





Communicatie

Voor de terinzagelegging van het werk wordt een kort overzicht van het plan opgesteld. De gemeente Reimerswaal dient een verzoek in om de onderhoudsstrook aan de westzijde aan te sluiten op het voormalig haventerrein. Aangezien de plannen voor dit haventerrein nog niet zijn ontwikkeld zal de oplossing mogelijk tijdelijk van karakter zijn.








Referenties


Technisch management werkprocessen





Inventarisatie

Op de dijk van de Kruiningenpolder bevond zich een 'lappendeken' van bekledingen. De ondertafel, ongeveer tussen NAP - 2 m en NAP + 2,8 m was hoofdzakelijk bekleed met Vilvoordse steen en basalt, die gedeeltelijk waren gepenetreerd. Op de boventafel, tot aan NAP + 4,7 m, waren Haringmanblokken, basalt en een strook Vilvoordse steen aangebracht. Daarboven, tot aan de berm op NAP + 5,4 m, bevond zich een grasbekleding, die was doorgezet op de berm en op het bovenbeloop. De kern onder de ondertafel van de dijk bestond vermoedelijk uit klei. Het overige deel van de kern was uit zand opgebouwd.







Toetsing

Van waterschap Zeeuwse Eilanden is de Rapportage Toetsing Bekleding Kruiningenpolder ontvangen. Hierin is in de gedetailleerde toets niet voor alle delen een eindoordeel te vinden. Eind '99 is aan DWW gevraagd een kwaliteitscheck uit te voeren op de rapportage van de waterschappen die op detailniveau aanleiding tot opmerkingen geeft. Geadviseerd werd de veldgegevens en ingevoerde parameters goed te controleren vóór met het opmaken van het nieuwe ontwerp wordt begonnen. Werkgroep Kennis heeft de twijfelachtige vakken uit de toetsing van het waterschap beoordeeld (zie memo K-00-09-53). Voor een aantal vakken leverde dat alsnog een eindscore op. Voor enkele werd een geavanceerde toetsing geadviseerd. De Geavanceerde toetsingen zijn uitgebracht in twee rapporten, resp van januari 2001 en van juni 2001 (PZDT-R-01022 en PZDT- E-01208 ken). In verband met het in 2001 in voorbereiding nemen van het ontwerp van dit vak en door geconstateerde afwijkingen in het veld, is door PBZ aan het waterschap gevraagd de toetsing verder te detailleren en te actualiseren. Dit heeft geresulteerd in een nieuwe versie (concept) 0.2 van 24-7-01. Uit de nieuwe toetsing volgt voor het merendeel dezelfde toets score; voor enkele tafels levert die toetsing een andere toets score op. De ontwerper van dit dijkvak heeft in een oplegnotitie van (PZDT-N-01234 ontw) een overzicht van de toetsingen gegeven. In de bij de notitie gevoegde tabel zijn de tafels opgenomen die in de gedetailleerde toetsing geen eindscore kregen. In de laatste kolom van die tabel is de eindscore vermeld zoals die is ontstaan aan de hand van de adviezen van de werkgroep Kennis, de rapporten van de Geavanceerde Toetsing en na nader overleg met de dijkbeheerder. Enkele vlakken basalt zijn geavanceerd getoetst en kunnen worden gehandhaafd. De Vilvoordse steen, de Haringmanblokken en een groot deel van de basaltbekledingen zijn als 'onvoldoende' beoordeeld. De uitgevoerde toetsingen zijn in een oplegnotitie samengevat, waarna de toetsing is vrijgegeven om als basis te dienen voor het maken van de ontwerpnota.










Referenties





Ontwerp
patroongepenetreerde breuksteen, daarboven goed getoetste basalt
blokken op hun kant, daarboven betonzuilen

Reeds bij het startoverleg wordt het belang benadrukt van onderzoek naar de ondergrond van de bekledingen op plaatsen waar water uit de bekledingen treedt. Uit dit onderzoek kan blijken wat verder met dit probleem gedaan kan worden. Ook is er een dijkdoorbraak in 1953 geweest ter hoogte van dp 221 tot dp223. Dit gat is destijds moeizaam gesloten met gebruik van diverse materialen (o.a.klei en steenslag), omdat er geen vaste grondslag was. Ook de detaillering van de randvoorwaarden kwam aan de orde, er is door RIKZ een detailadvies opgesteld. De ondertafel wordt verdeeld in twee horizontale stroken. Op het deel waar de basalt blijft liggen wordt het onderste deel overlaagd met patroon gepenetreerde breuksteen. Op het grootste deel wordt het onderste deel van de ondertafel bekleed met blokken op hun kant. Daarboven komen betonzuilen. De boventafel wordt bekleed met betonzuilen. Het niveau van de berm ligt meer dan 30 cm onder het ontwerppeil en wordt daarom als te laag beoordeeld. De toetsgroep heeft twijfels over de praktische uitvoerbaarheid van een open en toch stabiele penetratie van breuksteen (patroonpenetratie). Het gaat hier om een deel van de kreukelberm, daar waar breuksteen 60 - 300 kg moet worden gepenetreerd. Het Projectbureau heeft met deze vorm van penetratie in 1999 ervaring opgedaan. De sortering was toen lichter (40 - 200 kg), maar gebleken is dat de vorm van het patroon en de viscositeit zodanig kunnen worden gestuurd, dat het gestelde doel wordt bereikt. Hiervoor is het wel noodzakelijk dat tijdens de uitvoering een vooronderzoek in een proefproductie wordt gedaan. De "maakbaarheid" en de "houdbaarheid" zijn in overleg met de beheerder tot stand gekomen. De Toetsgroep is akkoord met bovenstaande toelichting en stemt in met het voorgestelde ontwerp.










Referenties





Revisietoetsing en overdracht

Revisietoetsing

Van het nieuwe werk zijn revisiemetingen en -tekeningen gemaakt. Het onderliggende rapport beschrijft de toetsing van de nieuwe steenbekledingen langs de Kruiningenpolder op Zuid-Beveland tussen dijkpaal 215 en 226. De toetsing is uitgevoerd met STEENTOETS versie 4.04. Met het rapport dat de revisietoetsing beschrijft van de nieuw aangebrachte steenbekleding en de ondertekening hiervan kan het dijkvak worden overgedragen.

Overdracht

Met het ondertekenen van het overdrachtsprotocol in 2007 is het beheer en onderhoud van dit dijkvak door het waterschap aanvaard.







Referenties


Contractmanagement werkprocessen





Contract

Bij de aanbesteding is één alternatieve inschrijving ontvangen die lager was dan de laagste aanbieding op het bestek. Het alternatief betreft het niet leveren van breuksteen 60/300 kg voor de kreukelberm zoals voorgeschreven in het bestek, maar in plaats hiervan wordt de kreukelberm opgebouwd uit vrijkomende materialen van de aanwezige, volgens het bestek te vervangen, glooiingsconstructie. Dit materiaal wordt gepenetreerd met colloïdaal beton (100 liter per m2). Dit resulteert in een totale laagdikte van de kreukelberm, vol- en zat gepenetreerd, van 0,25 m. Berekeningen, uitgevoerd door de Bouwdienst, wijzen uit dat een laagdikte van tenminste 0,44 m nodig is, dus veel meer dan de voorgestelde 0,25 m. Hierbij komt nog dat de inhomogeniteit van het vrijkomende materiaal een constructie oplevert die niet eenduidig is. Er wordt toestemming verleend om niet in te gaan op de alternatieve inschrijving







Uitvoering
aanbrengen gekantelde blokken
aanbrengen zuilen

Er zijn meerdere, grotendeels onverwachte zaken die tijdens de eerste bouwvergadering aan de orde komen. - Voor het transport wordt een platenbaan gelegd. - Niet alle perkoenen kunnen worden doorgedrukt, ze worden verzameld en afgevoerd naar een stortplaats. - De betonnen platte- en Haringmanblokken zijn van zo'n slechte kwaliteit dat deze niet meer hergebruikt kunnen worden. De directie heeft daarom besloten deze betonblokken te laten breken tot een bruikbare betonpuin. - Voor het werk (blokken op z'n kant) zullen andere blokken uit een blokkendepot worden aangevoerd. - De grondspecie onder de ondertafel blijkt van een zodanig slechte kwaliteit te zijn dat er grondverbetering moet worden toegepast. De directie heeft in overleg met de aannemer besloten om betonpuin 0-40 of fosforslakken te gebruiken als materiaal voor de grondverbetering. - Tengevolge van de ontgraving en aanvulling met beton puin wordt de overgangsconstructie gewijzigd in een teenconstructie. Dit betekent dat er 5 azobé palen per m1 moeten worden toegepast i.p.v. 3. Ook zullen de bij een teenconstructie behorende FSC planken worden gebruikt. - De aannemer gaat contact opnemen met het bedrijf LWM over het al dan niet verleggen van de lozingspijp van deze fritesfabriek. Als er nu nog geen nieuwe pijp gelegd wordt doet de aannemer er verder niets aan. Een deel van de oude bekleding bestaat uit rode gebakken blokken. Deze worden in depot gezet t.b.v. museumglooiing op de Neeltje Jans. De ondergrond is veel slechter dan was voorzien. Het is gebleken dat overal waar ontgraven moet worden ook grondverbetering moet plaatsvinden. De spier (grond) wordt vervangen door zowel fosforslakken als betonpuin. Met betrekking tot de betonpuin is er mogelijk een probleem. Op 30 mei 2002 is een lading betonpuin in het m.s. Paul Delvaux door de waterpolitie gecontroleerd op aanwezigheid van PAK's. De controle toonde aanwezigheid van PAK's aan. Aansluitend zijn op last van de waterpolitie enkele monsters genomen voor nader onderzoek, Uit navraag bij de waterpolitie is gebleken dat hierop een uitloogonderzoek zal worden uitgevoerd. Indien uit dit onderzoek mocht blijken dat de betonpuin niet aan de eisen voldoet zal de aannemer voor de (gevolg)schade verantwoordelijk worden gesteld. De directie vindt dat de 'bruine mijnsteen' uit Duitsland een goed product is en een alternatief voor de betonpuin die tot nu toe is gebruikt. Het is grauwacke 0-100 en de milieutechnische gegevens zijn voorhanden. De fijne fractie spoelt met hoogwater naar beneden. Een nadeel is dat de palen voor de teen of overgangsconstructie wat moeilijk door de laag te drukken zijn. Wel moet het materiaal aan alle eisen voldoen. De KAM coördinator zal de formulieren toetsen. Door de extra werkzaamheden ten behoeve van de grondverbetering loopt het werk nu ongeveer twee weken achter op het schema. De verwachting is dat de glooiing toch klaar zal zijn voor de bouwvakvakantie met deze capaciteit. In de week van 8 juli wordt de proef uitgevoerd t.b.v. stroken penetratie t.p.v. dwarsprofiel 5 en 6. Er is een poging gedaan om lavasteen ook op de asfaltmastiek van de overgangsconstructie aan te brengen maar dat is mislukt. Er is tevens wat onduidelijkheid over het feit of dit nu wel of niet moet worden aangebracht op de asfaltmastiek.




Projectbeheer controleprocessen


Kerndocumenten










































Referenties

Context VN set links: model =

Bezig met het laden van de kaart...


HZ University of Applied Sciences
Rijkswaterstaat, Ministerie van Infrastructuur en Milieu
Projectbureau Zeeweringen
Waterschap Scheldestromen
Provincie Zeeland
Deltares