Context VN set links: model = Leendert Abrahampolder
Set VN link, Property name = Supercontext, Property VN name = Supercontext
Model link = Leendert Abrahampolder
Result = Dijkvakken Zeeland VN
End Set VN link
Het dijktraject langs de Leendert Abrahampolder ligt op Noord-Beveland aan de Oosterschelde van dp 1729 t/m dp 1767,6. Dit dijktraject was in beheer bij het Waterschap Zeeuwse Eilanden, dat nu deel uitmaakt van het waterschap Scheldestromen. De lengte bedraagt ongeveer 3,80 km.
Bijzonderheden: Het haventerrein is versterkt met Geocrete waardoor een voldoende sterke laag onder de klinkers is gevormd die dient als waterkerende grondlaag.
Rijkswaterstaat heeft een detailonderzoek uitgevoerd naar de op dit dijk traject aanwezige vegetatie, zowel boven de getijzone als lager op het talud. Op basis van de inventarisatie wordt aangegeven welke nieuwe bekledingen mogen worden toegepast. Het is de bedoeling dat de begroeiing hiervan minstens even veel ecologische waarde heeft als de oorspronkelijk aanwezige begroeiing.
Naar het voorkomen van broedvogels, amfibieën, reptielen en zoogdieren is een uitgebreid onderzoek verricht in de periode voorafgaande aan de werkzaamheden. Ook is er een rapport aanwezig waarin vogeltellingen zijn verricht in de jaren na de aanpassingen.
Door het projectbureau is een planbeschrijving opgesteld. Op basis hiervan wordt door het waterschap een aanmelding gedaan bij de Provincie voor een mer beoordeling. Ook wordt de planbeschrijving aan de betreffende gemeente verzonden om ter inzage te leggen en om een eventuele zienswijze te kunnen ontwikkelen. Verder wordt de planbeschrijving gebruikt bij de aanvraag van vergunningen in het kader van verschillende wetgeving. De provincie acht een verdere mer beoordeling niet noodzakelijk en geeft goedkeuring in het kader van de Wet op de waterkering.
In het kader van de Natuurbeschermingswet wordt een Passende beoordeling natuurtoets opgesteld. De vergunning wordt verleend onder een aantal voorwaarden. Deze dienen om de kans op ecologische schade zo veel mogelijk te beperken.
Verder wordt in het kader van een mogelijk benodigde vergunning in het kader van de Flora- en faunawet een Soortenbeschermingstoets opgesteld. Deze is niet nodig, de toets voldoet.
Om omwonenden en andere belangstellenden te informeren over de werkzaamheden, verspreidt het projectbureau een huis-aan-huiskrant in het voorjaar en in het najaar.
In de omgeving van de Leendert Abrahampolder liggen mossel- en vispercelen. De belanghebbenden worden door het projectbureau schriftelijk op de hoogte gebracht van de komende werkzaamheden.
De aannemer vraagt of de bedrijven in de omgeving zijn ingelicht door directie. Deze antwoordt dat dit gebeurd is en deelt mede dat er van die zijde verzocht is om in droge periodes de overlast van stof zo veel mogelijk te beperken.
Er is op 29 januari 2008, om 19.30 uur een informatieavond gehouden in het dorpshuis van Kats Op deze voorlichtingsbijeenkomst is de wens naar voren gebracht om een degelijker erfafscheiding te maken tussen een erf en het werk. Een eerder voorgestelde afrastering van schapengaas werd niet voldoende geacht. Er wordt voorgesteld dat de eigenaar op eigen kosten een hekwerk aanbrengt en dat hiervan een bedrag wordt vergoed ter grootte van de kosten van het schapengaas.
De ondertafel en de boventafel waren grotendeels met zetsteen bekleed. Deze steenbekleding bestond uit grote vlakken met Haringmanblokken, die werden afgewisseld door kleinere vlakken en stroken met basaltzuilen, Vilvoordse steen, Petit graniet, Lessinese steen, vlakke betonblokken en diaboolblokken. Een deel van de stormvloedberm die begint op circa NAP + 3,10 m, en het bovenbeloop waren met klei en gras bekleed. Ter hoogte van dp 1731 bevond zich een voormalige handelshaven, de glooiing bestond daar uit natuursteen en puin. Het haventerrein bestond uit klinkerpuin. De bekleding in de jachthaven van Kats bestond voornamelijk uit betonblokken met in de bochten basalt. De primaire kering liep in de haven achterlangs middels een ringdijk.
Het waterschap heeft de oude globale toetsing in een tweetal rapporten geactualiseerd. Deze zijn door het projectbureau gecontroleerd, waarna een vrijgavedocument is opgesteld.
De gehele bekleding, met uitzondering van één strook Petit Graniet en een aantal stroken koperslakblokken boven ontwerppeil, moet worden verbeterd. Het haventerrein dat met klinkers is bekleed wordt niet goed getoetst vanwege de geringe massa van de klinkers. De damwandconstructie in de haven is in overleg met de beheerder bekeken waarbij is vastgesteld dat deze niet aan de eisen voldoet.
Een detaillering van de hydraulische randvoorwaarden wordt onderbouwd in de startnotitie. Het uiteindelijk ontwerp wordt in de ontwerpnota weergegeven. Hierop is nog een aanvulling opgesteld, waarin de toegankelijkheid van de onderhoudsweg is aangepast. Ook de verbetering binnen de haven is aangepast. Omdat geen vergunning werd verleend voor een nieuw te plaatsen damwand komt deze te vervallen. Er wordt nu gekozen voor een andere oplossing, een verborgen glooiing achter de bestaande damwand. De verborgen glooiing loopt achter de gehele damwand en zal aansluiten op de overlagingen in de haven.
De ondertafel bestaat uit een overlaging van gepenetreerde breuksteen, voor een deel vol en zat en voor een deel met schone koppen. Het gedeelte van dp 1767 tot en met dp 1767+60 is hierop een uitzondering, dit deel zal uitgevoerd worden met betonzuilen. De nieuwe boventafel van de dijk wordt bekleed met betonzuilen. De havendammen en nollen worden niet meegenomen maar er zal achterlangs worden gegaan met een verborgen glooiing. De primaire kering zal niet meer achter het haventerrein worden aangelegd maar zal worden doorgezet aan de binnenzijde van de haven langs de kraanbaan en over het haventerrein naar het aansluitende vak van het dijktraject Alteklein Oud Noordbevelandpolder. Hier is Geocrete toegepast om het haventerrein te versterken. Omdat dit product nog niet vaak was toegepast zijn er enige kennisnotities over opgenomen.
De dijkversterking is door het waterschap opnieuw getoetst. De resultaten hiervan zijn in een rapportage weergegeven. Dit rapport dient als basis voor de revisietoetsing. De conclusie is dat de versterking op een goede wijze is uitgevoerd en dat de bekleding aan het waterschap kan worden overgedragen.
Het contract wordt gegund aan de laagste inschrijver, het belangrijkste criterium dat was gesteld. Na beëindiging van het werk is de situatie opgenomen en behoudens enige onderdelen goedgekeurd. De aannemer krijgt voldoende tijd om de resterende werkzaamheden uit te voeren. Het door de aannemer uitgevoerde meerwerk wordt in november 2011 vergoed.
De uitvoering wordt begonnen met een project start-up. Hierin worden alle mogelijke zaken besproken die tijdens de uitvoering van het project tot problemen kunnen leiden. In het kader van het bouwstoffenbesluit wordt een aantal meldingen opgesteld. Over een aantal meldingen worden nadere vragen gesteld. Er wordt vermeld dat per 1 juli 2008 het oude Bouwstoffenbesluit wordt ingetrokken en vervangen door hoofdstuk 3 van het nieuwe Besluit bodemkwaliteit. Om de administratieve lastendruk te verminderen zal hierbij de meldingsplicht voor bouwstoffen worden afgeschaft, een aantal materialen uitgezonderd. Tijdens de eerste bouwvergadering geven de ecologen van het Projectbureau uitleg en toelichting over de mitigerende maatregelen. De aannemer wordt gevraagd om in verband met stofoverlast regelmatig te sproeien.