Context VN set links: model = Overlagingen Zeeuws-Vlaanderen
Set VN link, Property name = Supercontext, Property VN name = Supercontext
Model link = Overlagingen Zeeuws-Vlaanderen
Result = Dijkvakken Zeeland VN
End Set VN link
De dijkvakken van de Margaretha-, de Eendragt- en de Kruispolder liggen in Zeeuws-Vlaanderen, tussen Terneuzen en het Land van Saeftinghe, in het voormalige beheersgebied van het waterschap Zeeuws-Vlaanderen, nu deel van het waterschap Scheldestromen. Voor aanvullende gegevens over de betreffende dijkvakken wordt verwezen naar de projecten Nieuw Othene-, Eendragt-, Margarethapolder in 1998 en Wilhelmus- Kruispolder Walsoorden in 1997
Bijzonderheden:
Lesson learned: Bereikbaarheid schorren/slikken voor jonge vogels mogelijk maken
Bereikbaarheid schorren/slikken voor jonge vogels mogelijk maken
Tijdens de aanleg van de overlagingen werd een brief ontvangen van Vogelbescherming Nederland waarin werd beschreven dat een grove breuksteen overlagen problemen gaf voor vogels die op de dijk broeden en met hun jongen op het voorliggende slik foerageren. Dit probleem was nog niet eerder aan de orde geweest. Het Projectbureau antwoordde de brief en nodigde betrokkenen uit voor een bespreking. Om het voor de vogels mogelijk te maken om het slik te bereiken zijn verspreid over het werk voorzieningen getroffen, de grove breuksteen werd met fijnere steen overlaagd, die met gietasfalt werd ingegoten.
Voor dit dijkvak is door Rijksinstituut voor Kust en Zee/RIKZ een advies opgesteld met betrekking tot begroeibaarheid van breuksteen. Hier werd de voorkeur gegeven om geen vol en zat gepenetreerde overlagingen aan te leggen. Tijdens de aanleg van de overlagingen werd een brief ontvangen van Vogelbescherming Nederland waarin werd beschreven dat een grove breuksteen overlagen problemen gaf voor vogels die op de dijk broeden en met hun jongen op het voorliggende slik foerageren. Dit probleem was nog niet eerder aan de orde geweest. Het Projectbureau antwoordde de brief en nodigde betrokkenen uit voor een bespreking. Om het voor de vogels mogelijk te maken om het slik te bereiken zijn verspreid over het werk voorzieningen getroffen, de grove breuksteen werd met fijnere steen overlaagd, die met gietasfalt werd ingegoten.
Hier worden de afzonderlijke dijkvakken in het kort beschreven, van west naar oost. Het traject van de Margarethapolder bevatte de dijkvakken tussen dp 359,4 en dp 361,9 en tussen dp 370,9 en 378,7. Onderin de ondertafel lagen bekledingen die als 'onvoldoende' waren beoordeeld, maar die niet in het werk van 1998 waren verbeterd. Het betrof koperslakblokken en Doornikse blokken. Door deze bekledingen niet te vervangen, kon een zeer groot oppervlakte daarboven gelegen 'goed' getoetste basalt gehandhaafd blijven. Van de Eendragtpolder hadden de dijkvakken tussen dp 316,9 en dp 320,1 en tussen dp 326,1 en dp 328,6 een 'onvoldoend' beoordeelde bekleding van koperslakblokken en betonblokken met basaltsplit. Deze zijn in 1998 gehandhaafd om een strook bovenliggend basalt te kunnen sparen. In het dijkvak van de Kruispolder tussen dp 132,9 en dp 140 bevonden zich onderin de ondertafel langgerekte stroken gepenetreerde Doornikse steen en betonzuilen. Deze zijn bij de verbetering van deze dijkvakken in 1997 niet vervangen om de boven gelegen strook basalt te kunnen sparen.
De toetsing heeft reeds plaats gevonden bij de aanpak van de betreffende dijkvakken in 1997 en 1998. Wegens mogelijke wijzigingen in de toetsregels is geverifieerd of de eerder als 'goed' beoordeelde delen van de ondertafels nog steeds dit predicaat krijgen. Tegelijk is gecontroleerd of de reeds eerder als 'onvoldoende' beoordeelde gedeelten nog steeds 'onvoldoende' zijn en dus voor overlaging in aanmerking komen. Hieruit bleek dat twee stroken Doornikse steen in de Margarethapolder niet overlaagd hoeven te worden. Met betrekking tot de ingegoten Doornikse steen in de Kruispolder was twijfel ontstaan. Daarom is een geavanceerde toetsing gepleegd door Grondmechanica Delft en het Waterloopkundig Laboratorium. In eerste instantie is een in-situ onderzoek gepleegd, op basis waarvan de laagdikte is berekend. Omdat niet alle invoergegevens met het gepleegde onderzoek konden worden vastgesteld was er een grote spreiding in de berekende laagdikte die nodig was. Daarom zijn er getijmetingen uitgevoerd waarmee betere resultaten mogelijk waren. Gebaseerd op de schatting van de constructie-eigenschappen is een voorspelling gemaakt van de maximaal optredende opwaartse statische drukverschillen onder de bekleding bij maatgevende omstandigheden. Deze blijken volgens de voorspelling kleiner te zijn dan de neerwaartse krachten als gevolg van het eigen gewicht van de bekleding. De eindafweging komt er op neer dat de beschouwde bekleding de kwalificatie 'goed' kan krijgen. Inmiddels was de uitvoering ter plaatse van de Margaretha- Eendragtpolder in volle gang.
Bij de reeds uitgevoerde verbetering van de boventafels van deze dijkvakken is beslist om het huidige werk uit te voeren als overlaging met breuksteen. De dimensionering van dergelijke overlagingen was nog niet goed mogelijk. De uiteindelijk gekozen sortering breuksteen, voor de losse bestorting, is berekend door optimalisatie van de dichtheid en de laagdikte. Gelet op de wensen van de dijkbeheerder is gezocht naar sorteringen met zo klein mogelijke steenafmetingen, hetgeen resulteert in de hoogst mogelijke dichtheid die nog acceptabel en zonder veel problemen te verkrijgen is. Verder is het zeer onpraktisch en kostenverhogend om twee verschillende sorteringen breuksteen of verschillende dichtheden van de breuksteen te kiezen. Na een optimalisatie is gekozen voor de sortering 60-300 kg met een dichtheid van 3100 kg/m3. Aan de bovenrand van de overlaging wordt een driehoek gevuld met een fijnere sortering, die met gietasfalt wordt vastgelegd.
In 2003 zijn de overlagingen getoetst en goed bevonden door het waterschap. De revisie toetsing heeft plaatsgevonden in 2006. Voor elk vak zijn twee of drie dwarsprofielen getoetst. Conform de ontwerpuitgangspunten zijn de overlagingen getoetst aan het schadegetal S =4. Alle overlagingen bestaan uit een sortering van 60-300kg (Dn=O,4) met een dichtheid van minimaal 3100kg/m3. De nieuw aangebrachte overlagingen van bestek Zl-4857 zijn volledig goed getoetst en zijn gereed voor overdracht aan de beheerder. Bij deze toetsing is gebruik gemaakt van nieuwe randvoorwaarden die enigszins afwijken van de in de ontwerpfase gehanteerde getallen. De nieuwe waarden zijn weergegeven in een kennisnotitie.
Uiteindelijk zijn de overlagingen in 2008 overgedragen aan het waterschap.
Door het Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat zijn de bevindingen naar aanleiding van de inhoudelijke controle van contractnummer ZL-4857 in een rapportage weergegeven. De administratieve behandeling van dit contract is van zodanig niveau bevonden dat het de kwalificatie voldoende heeft gekregen. In dit geval is dit een goed resultaat, omdat er na het gunnen van het bestek aanzienlijke wijzigingen zijn opgetreden in de uit te voeren werkzaamheden. Dit is als volgt onder woorden gebracht: Uit gesprek met de directie UAV is gebleken dat er na aanbesteding/gunning tijdens de uitvoering van het werk afgeweken diende te worden van het oorspronkelijke bestek. Dit wordt veroorzaakt door gewijzigde inzichten naar aanleiding van een nadere geavanceerde toets. Hierdoor moeten dermate wijzigingen in het bestek worden aangebracht dat er vaak sprake is van een wijzigingsovereenkomst maar dat daarnaast ook problemen ontstaan met betrekking tot de afname van de leveringsverplichtingen van de aannemer volgens het contract. Dit heeft dus niet alleen financiële gevolgen maar ook gevolgen voor uitvoering en beheersing van het werk als inplannen extra werkzaamheden, eventuele stagnatie bij problemen of het niet kunnen verwerken van materialen die de aannemer contractueel wel levert.
Door de directie wordt tijdens de eerste vergadering medegedeeld dat in ieder geval een deel van de overlaging in de Kruispolder niet wordt uitgevoerd. Tijdens de derde vergadering is er meer duidelijkheid over de werkzaamheden in de Kruispolder. Er is aanzienlijk minder breuksteen benodigd. Dit brengt kosten met zich mee. Ook tijdens de vierde en vijfde vergadering wordt gediscussieerd over de bestemming van de hoeveelheid breuksteen. Een deel is gebruikt om de eerdere gedeelten uit te vullen. In de vijfde vergadering komen ook de vogeloversteekplaatsen aan de orde, deze zijn nog niet aangebracht.
Tijdens de aanbesteding was nog geen sprake van wijziging in taludbekleding. Door het niet aanbrengen van een deel van de bekleding van losse breuksteen in de Kruispolder zijn extra kosten gemaakt.
Vlak voor de gunning op 26 april waren er redenen om aan de omvang van het voorliggende ontwerp te twijfelen. Het was al bekend dat het waterschap een overlaging met losse breuksteen bezwaarlijk vond omdat de ondertafel niet toegankelijk was voor onderhoud en medegebruik door vissers. Daarom is een zwaardere breuksteen ontworpen. Het bleek dat de teen vaak hoger lag dan de hoogte waarmee is ontworpen. Hierdoor was minder breuksteen benodigd om de veiligheid te bereiken. In juni kwamen de resultaten van een geavanceerde methode van toetsen beschikbaar waardoor een aantal delen van gepenetreerde Doornikse bloksteen niet behoefde te worden overlaagd. Dit is voor het waterschap aanleiding om te twijfelen over de noodzakelijke uitvoering van het resterende deel van deze polder. De mogelijkheid om ook de nu afgekeurde bekledingen van de Kruispolder geavanceerd goed te toetsen leek hen kansrijk waardoor de verdere overlaging overbodig wordt. Het gaat dan wel om een geheel andere bekleding, namelijk eerder aangebrachte betonzuilen die in de gedetailleerde toets niet voldeden. Ter voorbereiding van een vergadering op 11 juli wordt de stand van zaken door het Projectbureau vastgesteld in een memo. Hieruit blijkt dat de constructie van betonzuilen niet is ingegoten, waardoor de vergelijking met de goedgekeurde Doornikse steen niet zal opgaan. Verder wordt in dit memo gewaarschuwd voor het niet aanpakken van bekledingen die onvoldoende zijn getoetst, maar wel het vertrouwen van de beheerder hebben. Tijdens een vergadering van het Dagelijks Bestuur van het waterschap is dringend verzocht om de verdere voortgang van het werk aan de Kruispolder voorlopig te stoppen. Na uitvoering van de eerste dijkvakken werd het hen duidelijk dat een overlaging met losse breuksteen in hun ogen nog meer afbreuk deed aan mogelijkheid tot dijkbeheer en medegebruik dan dat in de ontwerpfase was ingeschat. Nu ook een deel van de Kruispolder niet behoeft te worden overlaagd lijkt het hen een goed moment om de overlaging van het verdere deel te heroverwegen, ook al is het werk in een vergaande staat van uitvoering. Op basis van eerdere uitspraken maakt het Projectbureau duidelijk dat het niet mogelijk is om de uitvoering nog te stoppen nu duidelijk is dat de oude bekleding van betonzuilen niet kan worden goedgekeurd en de breuksteen onderweg is om de eerder goedgekeurde dijkverbetering af te ronden. Hierna volgt een overleg tussen het Projectbureau en het Waterschap waar optimalisatie van het ontwerp plaatsvindt. De overlaging kan op die manier minder hoog worden opgetrokken, waardoor het aanzicht wordt verbeterd. Hierbij horen enige detail schetsen die later zijn verzonden.
Context VN set links: model =