Context VN set links: model = Schorerpolder
Set VN link, Property name = Supercontext, Property VN name = Supercontext
Model link = Schorerpolder
Result = Dijkvakken Zeeland VN
End Set VN link
Dijktraject Schorerpolder ligt aan de Westerschelde, aan de westzijde van het Sloegebied (de haven van Vlissingen) en ten noorden van de Westelijke Sloehavendam. Het traject op Walcheren ligt in de gemeente Vlissingen en heeft een lengte van 700 meter. Waterschap Scheldestromen tekent voor het beheer van de dijk.
De belangrijkste bijzonderheden in dit dijktraject:
Aannemer Liebregts BV. voerde de dijkversterking uit. Hier blikt de projectleider kort terug op de uitvoering:
Lesson learned: Planning en politiek
Schorerpolder mogelijk natuurcompensatie
Als in een projectgebied plannen bestaan die politiek bestuurlijke besluitvorming vergen, kunnen die veel impact hebben op de looptijd van het project. Het is goed om hier rekening mee te houden.
Lesson learned: Hergebruik schorgrond
Rammekensschor
Schorgrond die afgegraven moet worden, kan goed ingezet worden op andere plaatsen en zo waardevol zijn voor nieuwe natuurontwikkeling.
Lesson learned: Schorverlaging
Schor weggespoeld tijdens uitvoering
Het was beter geweest als het projectbureau al in de ontwerpfase rekening had kunnen houden met de wens om het schor te verlagen, zodat het deze werkzaamheden beter had kunnen voorbereiden.
In het ecologisch detailadvies worden de aanwezige planten geïnventariseerd, zowel in de getijzone als ter plaatse van de boventafel. Op basis hiervan wordt een advies verstrekt over de soort nieuwe bekleding die moet worden gekozen om minstens een gelijkwaardige begroeiing in de toekomst te verkrijgen. Dit detailadvies is opgenomen als bijlage van de ontwerpnota.
Voor het dijkvak ligt het Rammekensschor, dat eigendom is van havenbedrijf Zeeland Seaports. Dat schor lag eigenlijk te hoog, waardoor het te vaak droog viel. In overleg met de projectecoloog verbeterde Zeeweringen het schor door delen ervan te verlagen, zodat er meer specifieke soorten vegetatie zouden ontstaan. De grond die bij het herstellen van het schor vrijkwam, bracht het projectbureau aan aan de binnenkant van de Westelijke Sloehavendam, over de met asfalt gepenetreerde breuksteen die daar lag. Op deze grond groeit nu ook zoute vegetatie, waardoor de dam een natuurlijke uitstraling heeft gekregen.
Halverwege het dijktraject maakte Zeeweringen een bijenhotel voor de zeldzame schorzijdebij. Bij het bijenhotel, dat bestaat uit een berg zand gefixeerd met klei, plaatste het projectbureau een publieksbord met uitleg over het bijenhotel en de schorzijdebij. Vrijwilligers van Stichting Landschapsbeheer onderhouden het bijenhotel, dat bijdraagt aan het in stand houden van deze bij, die leeft van zeeasters op de schorren.
Door het projectbureau is een planbeschrijving opgesteld. Deze is ter inzage gelegd. Op basis van de planbeschrijving wordt door het waterschap vastgesteld dat een milieueffectrapport niet behoeft te worden opgesteld. Een verzoek tot goedkeuring Waterwet wordt aan de provincie verzonden. Deze geeft goedkeuring. Verder wordt de planbeschrijving gebruikt bij de aanvraag van vergunningen in het kader van verschillende wetgeving. Op basis van de Passende Beoordeling wordt een vergunning Natuurbeschermingswet afgegeven.
Verder wordt in het kader van een mogelijk benodigde vergunning in het kader van de Flora- en faunawet een Soortenbeschermingstoets opgesteld. Deze vergunning is niet nodig, de toets voldoet indien de genoemde mitigerende maatregelen worden nagekomen.
Aan het einde van het werk is een ecologische eindcontrole uitgevoerd. Hieruit bleek dat de werkzaamheden op een goede wijze hebben plaatsgevonden. Er zijn twee afwijkingen ten opzichte van het oorspronkelijke plan uitgevoerd, hiervoor is toestemming verleend. Het gaat over het verlaagd terug aanbrengen van schorgrond op de werkweg omdat de kwaliteit hiervan te wensen over liet en om het aanbrengen van een bijenhotel ter bevordering van de vestiging van de schorzijdebij.
De aannemer gebruikte de weg aan de binnenkant van de dijk als transportroute voor het aan- en afvoeren van materiaal. Deze weg is vooral in het weekend populair bij fietsers. Om te voorkomen dat er fietsers op het werk kwamen, sloot Zeeweringen de weg met borden af en stelde een omleidingsroute in door het nabijgelegen dorp Ritthem. Veel fietsers negeerden deze route en de borden.
In het omgevingsplan zijn alle stakeholders met bijbehorende communicatiemiddelen en deadlines opgenomen. Het projectbureau heeft voor dit dijktraject verschillende communicatiemiddelen ingezet, zoals informatieborden, social media en persoonlijke gesprekken.
Het duurde lang voordat er duidelijkheid was over de start van de werkzaamheden. Het opstellen van het omgevingsplan raakte daardoor op de achtergrond. Toen eenmaal besloten was het dijktraject in 2013 te versterken, was er relatief weinig tijd om dit plan op te stellen. Omdat het een klein traject was in een onbewoond gebied leidde dit niet tot problemen.
De omgeving van het dijktraject Schorerpolder bestaat uit een natuurgebied, polders en een haven- en industriegebied. Het was daardoor de enige dijkversterking van Zeeweringen, die geen overlast voor omwonenden met zich meebracht.
Aan de zuidzijde van het dijktraject ligt Fort Rammekens, een historisch zeefort. Gelijktijdig met de dijkversterking werd dit fort gerenoveerd en moest het dus bereikbaar blijven. Al in het voortraject voerde Zeeweringen overleg met de beheerder van het fort. Projectbureau Zeeweringen richtte een deel van de parkeerplaatsen vlakbij de ingang van het fort in als depot. Ter compensatie pachtte Zeeweringen tijdelijk een stukje grond van een boer, dat tegenover deze parkeerplaatsen lag. De aannemer richtte die grond in als tijdelijke parkeervoorziening voor het fort.
Fietsers en wandelaars maken veel gebruik van dijktraject Schorerpolder, de Westelijke Sloehavendam en het nabijgelegen strandje. Tijdens de uitvoering zorgde Zeeweringen ervoor dat de havendam en het strandje bereikbaar bleven. Voor fietsverkeer gold er een omleiding. Het dijktraject en de weg binnendijks waren afgesloten voor fietsers. Fietsers negeerden deze verboden massaal.
De dijkbekleding bestond uit vlakke betonblokken, die direct op de klei lagen. Boven de bekleding van betonblokken lag er tot aan het onderhoudspad gras. Het onderhoudspad was van asfalt. Aan de noordoostelijke grens van het traject, ter hoogte van dijkpaal 711, sloot de bekleding van betonblokken aan op een klein stuk dijk met reeds bestaande bekleding van betonblokken. Dat stuk sloot vervolgens aan op een grasdijk. Aan de zuidwestelijke grens, bij dijkpaal 718, sloten de betonblokken aan op een glooiing die projectbureau Zeeweringen in 2007 verbeterde. De ondertafel van deze glooiing is bekleed met gekantelde vlakke blokken. De bekleding van de boventafel bestaat uit betonzuilen. Op de grens van beide dijktrajecten maakte Zeeweringen destijds een tijdelijke aansluiting van gepenetreerde breuksteen.
Waterschap Scheldestromen heeft het dijktraject getoetst aan de veiligheidsnorm, zoals die is voorgeschreven in de Waterwet. Daaruit bleek dat alle bekleding niet aan de norm voldeed. Hierna is het dijkvak vrijgegeven om te verbeteren.
Het voorontwerp, de variantenafweging en het definitieve ontwerp van het dijktraject zijn uitgebreid omschreven in de Ontwerpnota. Volgens deze nota kan het dijkvak op basis van geometrie, technische toepasbaarheid, hydraulische en ecologische randvoorwaarden als één geheel worden beschouwd. Samengevat ziet het ontwerp er als volgt uit: De ondertafel van het hele dijktraject is bekleed met gekantelde betonblokken. De bekleding van de boventafel bestaat uit betonzuilen. Voor de dijk lag geen kreukelberm. Daarom heeft Zeeweringen nieuwe teenconstructies geplaatst en een kreukelberm aangebracht. Het onderhoudspad van asfalt dat over het hele traject toegankelijk is voor fietsers, is vernieuwd.
Planning
Oorspronkelijk maakte dijktraject Schorerpolder onderdeel uit van de dijkversterking van de Westelijke Sloehavendam, die projectbureau Zeeweringen in 2007 uitvoerde. Dijktraject Schorerpolder was dan ook gelijktijdig met de Westelijke Sloehavendam ontworpen. De uitvoering van de dijkversterking van Schorerpolder ging in 2007 niet door. Daarna zou de dijkversterking in 2012 uitgevoerd worden, gelijktijdig met de versterking van de Oostelijke Sloehavendam. Het tot twee keer toe uitstellen van de uitvoering had te maken met het feit dat de polder was aangewezen als mogelijke natuurcompensatie voor de aanleg van een containerterminal aan de Westerschelde. Hierover bestond lange tijd onduidelijkheid. Uiteindelijk werd in 2012 besloten het dijktraject Schorerpolder in 2013 te versterken. In de voorbereiding besloot projectbureau Zeeweringen het oorspronkelijke ontwerp uit 2006 te handhaven. Zeeweringen controleerde daarbij wel of het ontwerp voldeed aan de meest recente rekenregels en uitgangspunten. Maar uiteindelijk veranderde er niets aan het oorspronkelijke ontwerp.
Lessons Learned
Als in een projectgebied plannen bestaan die politiek bestuurlijke besluitvorming vergen, kunnen die veel impact hebben op de looptijd van het project. Het is goed om hier rekening mee te houden.
Grens onder- en boventafel
Op de ondertafel van het dijktraject liggen gekantelde betonblokken. De boventafel is bekleed met betonzuilen. Voor het bepalen van de grens tussen de gekantelde betonblokken en betonzuilen heeft Zeeweringen gekeken naar de beschikbaarheid van materialen. Het uitgangspunt was om zoveel mogelijk gebruikte betonzuilen vanuit de depots van Zeeweringen in te zetten als dijkbekleiding.
Naar aanleiding van het contract voerde projectbureau Zeeweringen een aantal gesprekken met de aannemer, o.a. over het niet naleven van hun eigen kwaliteitsplan, veiligheid en extra werk. Deze gesprekken verliepen constructief.
Net voor het begin van het dijkvak, aan de noordoostzijde, verhoogde Zeeweringen in opdracht van waterschap Scheldestromen over een lengte van ongeveer vijftig meter een stuk kruin van een bestaande grasdijk. Daardoor sluit deze dijk nu goed aan op de achterliggende dijk, die sinds enkele jaren onderdeel uitmaakt van de primaire waterkering. De kruinverhoging zat niet in het ontwerp van dijktraject Schorerpolder. Voordat projectbureau Zeeweringen de contractfase inging en het dijktraject in uitvoering werd gegeven, is echter wel specifiek omschreven wat er voor de kruinverhoging moest gebeuren.
De onderhoudsstrook vormde onderdeel van het werkterrein. Bij de parkeerplaats aan de zuidzijde van het dijktraject creëerde de aannemer daarom een extra dijkovergang om het dijkvak toegankelijk te maken. Daarbij zorgde hij ervoor dat het strand en de westelijke havendam bereikbaar bleven voor recreanten.
Omdat de werkzaamheden op het dijktraject geen overlast voor omwonenden met zich meebrachten, kreeg de aannemer geen werktijden voorschreven. De enige beperking die hij opgelegd kreeg, had te maken met het transporteren van schorgrond. Dat mocht op momenten dat er geen recreanten in de omgeving van het dijkvak aanwezig waren.
Voor het dijktraject lag een ecologisch waardevol schor. Bij de uitvoering van de dijkversterking golden daarom regels om het schor zoveel mogelijk te sparen. Om een nieuwe kreukelberm aan te kunnen leggen, moest de aannemer het schor deels ontgraven. Na de aanleg van de kreukelberm, die bestond uit losse breuksteen, is de schorgrond weer teruggelegd. Waarschijnlijk is deze grond niet goed tussen de stenen gezakt, maar er bovenop blijven liggen. Bij hoogwater is de grond vervolgens op verschillende plekken alsnog gaan zakken, waardoor er gaten in het schor vielen. De aannemer heeft deze gaten later hersteld. Daarnaast verbeterde Zeeweringen het schor, dat deels te hoog was en daardoor te vaak droog viel. In overleg met de projectecoloog werd daarom het schor verlaagd om nieuwe vegetatie een kans te geven. Deze schorverlaging kwam pas in de contractfase aan de orde.
Context VN set links: model =