Context VN set links: model = Van Cittershaven
Set VN link, Property name = Supercontext, Property VN name = Supercontext
Model link = Van Cittershaven
Result = Dijkvakken Zeeland VN
End Set VN link
Het dijktraject van de Van Cittershaven lag tijdens de uitvoering in het beheersgebied van het Waterschap Zeeuwse Eilanden, nu deel van Waterschap Scheldestromen. Het projectgebied is gelegen nabij de Total Raffinaderij in het Sloegebied (Vlissingen-oost). De hoogwaterkering grenst in dit gebied direct aan de haven. Het gedeelte dat is geselecteerd voor verbetering ligt tussen dp 593,3 tot dp 603,8. Het dijktraject heeft een lengte van ruim 900 meter. De Total Raffinaderij gebruikt de haven als laad- en losplaats voor diverse raffinageproducten, zoals stookolie, brandstoffen, gassen, enz. Door middel van een aantal steigers worden de schepen geladen en gelost.
Bijzonderheden:
Het dijkvak is onderdeel van het dijkenstelsel dat de Sloehaven / Van Cittershaven opsluit. Het terrein achter de dijk is in gebruik als industrie door Total olieraffinaderij. Op de berm liggen diverse aan- en afvoerleidingen, bedieningsgebouwen en andere constructies. Vanwege het industriële karakter en de aanwezigheid van allerlei constructies in het dijkvak, is het voorstel om gebruik te maken van een aaneengesloten bekleding van één soort verhardingsmateriaal. Hierbij kan de keuze worden gemaakt voor gebruik van donkere of lichte bekledingsmaterialen. De keuze hiertoe is een principiële keuze om te voorkomen dat in een later stadium voor elk dijkvak afzonderlijk een andere kleur gebruikt gaat worden.
Op basis van het detailadvies kan een bekleding worden gekozen die voor de ecologische situatie minstens gelijkwaardig is aan de oorspronkelijke bekleding.
Voor het aanvragen van de benodigde vergunningen is het noodzakelijk om een planbeschrijving op te stellen. Deze wordt door het projectbureau opgesteld en vervolgens door het waterschap goedgekeurd en aan o.a. de provincie verzonden.
De provincie trekt de conclusie dat een Milieueffectrapport niet nodig is en geeft haar goedkeuring aan de uitvoering van het project.
Ter voorbereiding van vergunningsaanvragen Natuurbeschermingswet en Flora- en faunawet worden de rapporten Habitat natuurtoets en Soortenbeschermingstoets opgesteld. Uit deze rapporten blijkt dat geen aanvraag in het kader van deze regelgeving benodigd is.
Ten slotte wordt door het projectbureau aan de aannemer gemeld dat de benodigde vergunningen zijn verleend.
Zowel met de Total raffinaderij als met Zeeland Seaports wordt in een aantal besprekingen overlegd over de komende dijkversterking. Hierdoor is een aantal details aangepast. Ter plaatse van steigers wordt de voorkeur gegeven aan betonpenetratie in verband met de hoge temperatuur van gietasfalt. Ook de mogelijkheid om ter plaatse van olieschermen een gladder talud te maken is besproken. Afgesproken wordt dat door het projectbureau een bestek wordt gemaakt met daarin de benodigde eisen uit het VGWM plan en de andere besproken aandachtspunten. De aanvullende eisen behorende bij het bestek zijn door de Total bekeken en dit commentaar is vervolgens verwerkt, zodat het uiteindelijke definitieve contract ter acceptatie aan de Total directie is aangeboden.
Voorafgaand aan de werkzaamheden worden de plannen ter inzage gelegd. Omwonenden en belanghebbenden kunnen zich met behulp van de samenvatting snel op de hoogte stellen en eventueel een zienswijze inbrengen. Ook Verbeke Bunkering N.V. in St. Job in ’t Goor wordt op de hoogte gebracht van de komende werkzaamheden.
Om omwonenden en andere belangstellenden te informeren over de werkzaamheden, verspreidt het projectbureau een huis-aan-huiskrant in het voorjaar en in het najaar.
De bekleding bestond uit Haringmanblokken en op de berm een smalle strook vlakke betonblokken. De bovengrens van de steenbekleding lag op een gemiddelde hoogte van NAP + 5,0 m en viel samen met het begin van de berm. De berm en het bovenbeloop van de dijk waren met gras bekleed.
De toetsing is door het Waterschap Zeeuwse Eilanden uitgevoerd. De eerste toetsing van de dijken binnen de havendammen van de Sloehaven dateert uit 1999. De actualisatie daarvan heeft in juli 2004 plaatsgehad door nog eens te toetsen met de geldende versie van Steentoets (3.2). Er is geen nieuw document opgesteld. De toetsing is gecontroleerd door het projectbureau, waarna het vrijgavedocument is opgesteld.
De toetsing van de glooiing van het projectgebied Van Cittershaven heeft als resultaat 'onvoldoende'. Dit geldt voor het volledige projectgebied voor zowel boven- als ondertafel.
Bij het maken van een ontwerp voor een bekleding door het projectbureau wordt er naar gestreefd om de buitenberm zo veel mogelijk op ontwerppeil te dimensioneren. Dat is hier niet mogelijk in verband met de aanwezigheid van leidingen en andere infrastructuur. Daarom was inzicht gewenst over de kans van voorkomen van waterstanden en golfaanval op de aanwezige, te lage berm. Hierover is een notitie opgesteld door het Rijksinstituut voor Kust en Zee. Hierna is onderzoek gepleegd naar de golfreductie die met behulp van gabions kan worden verkregen. Vanwege de steilheid van het talud en de aanwezige infrastructuur op de berm wordt gekozen voor de meest eenvoudige manier van werken, het aanbrengen van een overlaging met gepenetreerde breuksteen. Voordat de breuksteen wordt aangebracht worden de haringmanblokken gebroken om eventuele holten in de onderliggende klei te dichten. Op de berm worden gabions geplaatst om golfaanval op de verdere berm te beperken. Over de beëindiging van de nieuwe bekleding is contact geweest met de werkgroep kennis
Om wateroverdrukken onder de gepenetreerde breuksteen te voorkomen moet er een mogelijkheid zijn om de druk te laten ontsnappen, hierover is een kennisnotitie verschenen. Daarom worden ventiel gaten aangebracht met een diameter van 25 cm en met een hart-op-hart-afstand van 5 m op een niveau van ongeveer NAP+0,50m. De gaten moeten worden opgevuld met zeer open asfaltbeton (ZOAB) of met open steen asfalt (OSA). Voorafgaande aan het aanbrengen van de ZOAB moeten de wanden van de gaten schoon en droog worden gemaakt, en ingesmeerd met bitumenemulsie. De ZOAB moet aansluiten op de mijnsteenlaag onder de (gebroken) Haringmanblokken.
Ter plaatse van de olieschermen langs de haven, zal een extra vol en zat penetratie worden aangebracht om zodoende een gladde bekleding te krijgen waarop het oliescherm goed kan aansluiten.
Na toetsing door het waterschap en de revisietoetsing door het projectbureau is de dijk overgedragen aan het waterschap.
Tijdens de uitvoering bleek dat er twee punten waren die leidden tot meer werk.
Door het aanbrengen van de overlaging zijn de vluchtwegen/toegangspaden van TOTAL slecht begaanbaar geworden. Dit zal worden verbeterd door het aanbrengen van opensteen asfalt op de overlaging, over een lengte van ca. 350 m1 met een breedte van ca. 1,50 m.
Door het aanbrengen van de overlaging is de glooiing ruw geworden waardoor de olieschermen kunnen beschadigen bij het uitbrengen. Om beschadiging te voorkomen zal een strook waterbouwasfalt op de overlaging worden aangebracht met een breedte van ca. 2,00 m, aan de zijkanten schuin weglopend, dikte ca. 0,15 m.
De aannemer meldt dat er contact is geweest met de directie over het wijzigen van de schanskorven. De maaswijdte van de schanskorven en de sortering steen wordt gewijzigd. E.e.a. heeft geen financiële consequenties. Daarnaast vraagt de aannemer of het noodzakelijk is om de in het bestek omschreven coating aan te brengen. De ontwerpleider van het Projectbureau heeft aangegeven dat de coating op de schanskorven als omschreven moet worden aangebracht.
In de bocht is de breedte van de bestaande kreukelberm aan de magere kant (ca. 2,5 tot 3 m over een lengte van ca. 300 m). Waarschijnlijk is dit het gevolg van belasting t.g.v. schroeven van de schepen die afmeren aan steiger 3. Tijdens het achteruit invaren schieten deze wel eens door, waardoor de glooiing incidenteel geraakt wordt.
De aannemer heeft het plan om met behulp van gietasfalt de schanskorven te verankeren aan de overlaging. Aandachtspunt hierbij is aantasting van de coating.
De Inspectie Verkeer en Waterstaat verlangt nadere specificaties ten aanzien van beton (afkomstig van Haringman) en waterbouwasfalt.
Dit dijkvak grenst aan een industrieterrein waar veel gevaarlijke stoffen worden bewerkt. Daarom gelden voor de mensen die aan de dijk werken dezelfde veiligheidsmaatregelen.
Context VN set links: model =