Voorland Nummer Een


Context VN set links: model = Voorland Nummer Een


Set VN link, Property name = Supercontext, Property VN name = Supercontext

Model link = Voorland Nummer Een

Result = Dijkvakken Zeeland VN

End Set VN link


Bekleding 
Betonzuil, Basalt, Kleidijk
Specifieke constructie 
Spuisluis, Dubbele kering
Voorland 
Stroomgeul, Valgevoelig
Ruimtegebruik 
Cultuurhistorie
Jaar 
2005
Locatie 
West-Zeeuws-Vlaanderen
Coördinaten 
51° 22' 40", 3° 37' 31"
Dijktraject 
609 - 639



Het dijktraject viel destijds onder het beheer van het Waterschap Zeeuws-Vlaanderen, dat is opgegaan in Waterschap Scheldestromen. Het ligt tussen dp 609 en dp 639 en heeft een lengte van ongeveer 2900 m.

Bijzonderheden:

  • Het lag oorspronkelijk in de bedoeling dit werk in 2004 uit te voeren. Het is echter pas in 2005 uitgevoerd.
  • De zeewering is opgebouwd uit een oude, lage zeedijk en een relatief nieuwe, hoge Deltadijk, die ongeveer 125 m achter de oude zeedijk ligt. Tussen beide dijken ligt het voorland, dat aansluit op de kruin van de oude zeedijk.
  • Het voorland is een natuurontwikkelingsproject, de hollestelle en karrevelden zijn daarbij aangelegd en zijn dus niet uit vroeger tijden.



Omgevingsmanagement werkprocessen





Landschap

Het voorland is een natuurontwikkelingsproject, de hollestelle en karrevelden zijn daarbij recent aangelegd en zijn dus niet historisch.

Een hollestelle is een kunstmatige drinkput die gelegen is binnen een ringwal. De meeste hollestelles werden buitendijks aangelegd, hoewel ze door inpoldering inmiddels ook binnendijks kunnen liggen. Ze werden in principe op de schorren aangelegd als drinkput voor schapen. Ook kon de herder (stellenaar) zich hier met zijn schapen terugtrekken bij hoog water.

Een karreveld is een gebied achter een dijk waar klei is afgegraven voor het vormen van die dijk. Waar langgerekte plassen liggen is de klei weggehaald. Op de dammetjes ertussen reden de karren die de klei afvoerden. Vaak vindt men op karrevelden zoutminnende planten. Vaak zijn deze gebieden drassig en vanuit natuuroogpunt erg interessant. Ze trekken veel water- en weidevogels aan.







Ecologie

Het advies met betrekking tot de te kiezen bekledingen is in meerdere fasen tot stand gekomen waarbij het idee van het waterschap om Vilvoordse steen te breken en daarmee een gepenetreerde breuksteen bekleding te overlagen in de laatste versie is meegenomen. Ook de mogelijkheid om de achterliggende dijk een groen karakter te geven wordt hierin verwoord. Het buitendijkse gedeelte van de Westerschelde is aangewezen als Vogel- en als Habitatrichtlijngebied. Bij alle dijkverbeteringslocaties langs de Westerschelde ligt er 'voorland' direct aansluitend langs de dijk, hetgeen betekent dat er vanaf de buitenteen van de dijk op alle locaties sprake is van beschermd Vogelrichtlijngebied en Habitatrichtlijngebied.De werkzaamheden voor het dijkvak Voorland Nummer Eén worden getoetst aan het gebiedsbeschermingsregime van de Vogel- en Habitatrichtlijn.






Referenties





Vergunningen

De Provincie Zeeland deelt mede dat op basis van de door het Waterschap opgestelde aanmeldingsnotitie met de concept Planbeschrijving 'Verbetering gezette steenbekleding Voorland Nummer Eén’ is besloten dat voor de voorgenomen activiteit het opstellen van een milieueffectrapport (MER) niet nodig wordt geacht. Kort daarna wordt het plan door de Provincie goedgekeurd.

Door het waterschap wordt een vergunning ex artikel 2 WBR (wet beheer rijkswaterstaatswerken) aangevraagd om een hoeveelheid vrijkomend zand te suppleren op een drietal strandjes.

De bescherming van dier- en plantensoorten is sinds 1 april 2002 in de Flora- en faunawet geregeld. Het doel van de Flora- en faunawet is het instandhouden en beschermen van in het wild voorkomende planten- en diersoorten. De Flora- en faunawet hanteert daarbij het 'nee, tenzij principe'. Dat betekent dat alle schadelijke handelingen ten aanzien van beschermde plant- en diersoorten in principe verboden zijn. Alleen onder strikte voorwaarden zijn afwijkingen van de verbodsbepalingen mogelijk. Hiertoe zal een ontheffing ex. artikel 75 moeten worden aangevraagd. Om deze ontheffingsaanvraag te onderbouwen is een rapport opgesteld waarin een overzicht wordt gegeven van de aanwezige flora en fauna. De ontheffing is verleend, in eerste instantie alleen voor de in de aanvraag genoemde periode in 2004, later is verlenging aangevraagd voor het jaar 2005.














Referenties





Communicatie

Voor de ter inzagelegging stelt het projectbureau een samenvatting op van het ontwerp, zodat omwonenden en belanghebbenden eenvoudig kennis kunnen nemen van de dijkversterking.

Tijdens de voorbereiding is door het waterschap contact opgenomen met de Beheercommissie Voorland Nummer Een. Tijdens een bijeenkomst geeft het projectbureau uitleg over de voorgenomen dijkverbetering. De Beheercommissie heeft er begrip voor dat deze werkzaamheden uitgevoerd moeten worden om aan de wettelijk gestelde veiligheidseisen te kunnen voldoen. Om kans op schade van natuurwaarden zo klein mogelijk te houden, wordt ingestemd met de opzet van de verbeteringswerken inclusief de mitigerende maatregelen.

Om omwonenden en andere belangstellenden verder te informeren over de werkzaamheden, verspreidt het projectbureau een huis-aan-huiskrant in het voorjaar en in het najaar.






Referenties





Juridische zaken

Door het projectbureau is een melding bouwstoffen besluit bodem- en oppervlaktewaterenbescherming verzonden. Dit betreft een voornemen om diverse materialen toe te passen bij de dijkverbeteringswerken te Voorland Nummer Eén (gemeente Sluis). De melding geeft geen aanleiding tot op- en/of aanmerkingen; tegen uitvoering van de werkzaamheden bestaat dan ook geen bezwaar, indien wordt voldaan aan de voorschriften van genoemd besluit. Bij controle is gebleken dat een partij betonpuin is toegepast die niet in de melding was vermeld. Op verzoek van het Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat is deze partij betonpuin alsnog onderzocht op eventuele verontreinigingen. Het partijonderzoek is als toereikend beoordeeld en er wordt akkoord gegaan met de hoofdconclusie van het rapport, namelijk dat voor de gehele partij sprake is van een categorie 1 bouwstof met onbeperkte toepassingshoogte. Dit betekent dat de milieu hygiënische kwaliteit van de reeds aangebrachte betonverharding geen belemmering vormt voor de huidige toepassing. Wel wordt verzocht om alsnog het monsternemingsplan, veldwerktekening en veldverslag te overleggen. Deze aspecten zij immers een wezenlijk onderdeel van een partijkeuring. Op de veldwerktekening van de partijkeuring dient het onderscheid tussen het wel en niet bemonsterde deel duidelijk te zijn aangegeven.








Referenties


Technisch management werkprocessen





Inventarisatie
oude zeedijk en Deltadijk en het Voorland Nummer Een er tussen in

De teen van de oude zeedijk ligt voornamelijk tussen NAP-0,7m en NAP-0,3m. In het algemeen bevindt zich langs de teen een strook met stortsteen. De kruin bevindt zich tussen de 2,6 m en 2,9 m boven NAP. De taludbekleding, die alleen bestaat uit een ondertafel, bestaat uit Vilvoordse steen en met daarboven basalt. Bij dp 32 is beneden de Vilvoordse steen een vlak met Doornikse steen aanwezig. Bij dp 7 bestaat de gehele bekleding uit gepenetreerde breuksteen. Op de kruin van de oude zeedijk bevindt zich een onderhoudsstrook van basaltbetonblokken m.u.v. een strook van asfaltbeton tussen dp 6 en dp 8. Het binnentalud, waarvan de teen zich op ca. 1,7 m boven NAP bevindt, is grotendeels bekleed met Vilvoordse steen. De teen van de nieuwe Deltadijk bestaat uit een kleikist die is aangebracht op de oorspronkelijke kleilaag. De onderkant van de kleikist ligt tussen NAP en NAP+ 0,7 m. De bovenkant ligt op circa 3,2 m boven en valt samen met de bovenkant van het voorland, dat tegen de kleikist is aangebracht. Vanaf de oostgrens is over een klein deel de boventafel van de Deltadijk, als onderdeel van de aangrenzende dijkverbetering, bekleed met gekantelde betonblokken. In de afronding naar de berm, met de buitenkniklijn op NAP + 5,95 m, zijn Pit-betonzuilen toegepast. Het grootste deel van de Deltadijk is bekleed met een kleilaag van 0,8 m, die boven het voorland met gras is begroeid. Middels een klein vak met graniet wordt aangesloten op de reeds eerder uitgevoerde dijkverbetering aan de westzijde, die geheel uit Pit-betonzuilen bestaat. De berm ligt daar op ca. 5,6 m boven NAP. Op de westgrens van de oude zeedijk ligt de uitstroomopening van een gemaal, met daarlangs twee geleidedammen, bekleed met basalt en Vilvoordse steen.







Toetsing
oude bekleding van basalt en Vilvoordse steen

De toetsing is uitgevoerd door het waterschap. In de loop van de tijd is deze toetsing meerdere malen gecontroleerd door het projectbureau, zelfs nog na de vrijgave, omdat tijdens het proces de hydraulische randvoorwaarden zijn gewijzigd. Bij de uiteindelijke toetsing en het ontwerp van de dijkbekledingen zijn de oude zeedijk en de Deltadijk beschouwd als onderdelen van één zeewering, die bestand moet zijn tegen 1/4000-golfcondities. Dit is in de notitie “Status Voorland Nummer Een verwoord door het projectbureau. Uit de toetsing is gebleken dat de kleibekleding op de Deltadijk en de bekledingen op de kruin en het binnentalud van de oude zeedijk onvoldoende zijn. Op het buitentalud van de oude zeedijk zijn alle Vilvoordse steen en een aantal vlakken met basalt onvoldoende. De basaltbetonblokken op de onderhoudsweg worden gehandhaafd op beheerdersoordeel.










Referenties





Ontwerp
behouden basaltbetonblokken op buitenberm
oprit van basaltbetonblokken en pit zuilen, talud van gekantelde blokken

Om een goed ontwerp te maken zijn de hydraulische randvoorwaarden opnieuw uitgewerkt. Voor de buitenzijde van de oude zeedijk is gekozen voor een bekleding van betonzuilen en basaltzuilen. Voor dit alternatief is gekozen, omdat dit voor planten en vogels gunstig is en omdat de kosten kunnen worden beperkt door zoveel mogelijk basaltzuilen te hergebruiken. De kruin van basaltbetonblokken blijft behouden en het binnentalud wordt voorzien van een overlaging van gepenetreerde breuksteen. Deze constructie is tijdens een bijeenkomst van betrokkenen als beste keuze naar voren gekomen. In 2003 is het maken van een ontwerp waarbij zowel de oude zeedijk als de nieuwe deltadijk worden betrokken herbevestigd in een projectbureau memo. De bekleding van de oostelijke geleidedam van het gemaal wordt verbeterd, achter de westelijke geleidedam wordt een verborgen bekleding van betonzuilen toegepast, die aansluit op de naastliggende dijk. Op de Deltadijk wordt een erosiebestendige kleibekleding aangebracht (categorie 1), met een dikte van 2 tot 2,3 m, met daarop een 'make-up'-Iaag van 0,5 m klei, waarin gras wordt gezaaid. Aan de oostzijde is een klein deel bekleed met gekantelde betonblokken dat aansluit op de naastliggende bekleding. De toetsgroep stemt in met het gekozen ontwerp. Later wordt de locatie waar een kreukelberm is ontworpen uitgebreid. Daartoe is een erratum op de ontwerpnota opgesteld.










Referenties





Revisietoetsing en overdracht

De revisie toetsing heeft plaatsgevonden evenals de overdracht.







Referenties


Contractmanagement werkprocessen





Contract

Ook bij dit dijkvak wordt de overeenkomst met de aannemer niet volgens een RAW contract geregeld maar volgens de UAV. Dit staat voor Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken. De UAV regelt de contractverhoudingen tussen opdrachtgever en aannemer. Met het van toepassing verklaren van de UAV wordt een bestek of aannemingsovereenkomst vereenvoudigd doordat veel administratieve zaken in de bestektekst kunnen worden weggelaten. Bestekken en overeenkomsten zijn bij toepassing van de UAV meer uniform. Het opstellen van een overeenkomst of een bestek wordt op deze wijze minder arbeidsintensief.







Uitvoering
basalton met extra rij kantsets
herzetten goede basalt

De aannemer meldt een ongeval met de kraan op het talud, door slik was het talud spekglad waardoor de kraan naar beneden gleed en met een rups in een uitgebroken deel van het talud bleef steken, hierdoor ontstond een kantelmoment waardoor de kraan omsloeg. De schade bleef gelukkig beperkt tot de kraan zelf, de machinist kwam met de schrik en een schram op het hoofd vrij. De winning van klasse 1 klei loopt vertraging op en de aannemer onderneemt pogingen om elders klei te kunnen ontgraven. De kruin van de oude zeedijk loopt schade op door de transporten. Deze dient te worden gerepareerd, maar de directie heeft twijfel of de basaltbetonblokken na herplaatsing weer voldoen aan de toetsing. Na intern beraad wordt besloten dat de schade plekken in de basaltbetonblokken niet worden hersteld, er wordt WAB (waterbouw asfalt beton) aangebracht.

Wat betreft het aangebrachte beton in dwp 9b en een gedeelte van 16b is nu bekend dat er een vergissing is gemaakt in de betoncentrale, men heeft abusievelijk een silo met vliegas opengetrokken in plaats van cement. Alles zal moeten worden verwijderd en opnieuw worden aangebracht conform het bestek. Ter plaatse van gepenetreerde breuksteen was het oorspronkelijk de bedoeling om deze af te strooien met gebroken Vilvoordse steen. Dit wordt op verzoek van de aannemer gewijzigd in lavasplit. Aangezien dit geen prijsconsequenties heeft voor de opdrachtgever en kwalitatief een gelijkwaardige vervanging is, stemt de Directie er mee in. Daar er meer steunsets dan volgsets van basalton zijn gemaakt en geleverd moet men iets anders omgaan met het plaatsen ervan, dit heeft verder geen gevolg voor de talud constructie. Het enige is dat door het toepassen van deze sets het te maken talud iets langer zal Worden. De teen komt hierdoor iets meer naar buiten. Wanneer de taludhelling geëerbiedigd blijft is dit voor de Directie geen probleem. De klei uit de Margaretha polder blijkt niet te voldoen aan de bestekseisen t.a.v. de erosiebestendigheid. Er zal een brief van de aannemer naar de opdrachtgever worden verzonden met een gemotiveerd verzoek tot uitstel van oplevering. Dit is een grote tegenvaller, zeker gezien de moeite die de combinatie onderneemt en heeft genomen tot het verkrijgen van de zo noodzakelijke klei van de vereiste soort.




Projectbeheer controleprocessen





Planning

Het was de bedoeling het werk in 2004 uit te voeren. Het bestek "Voorland Nummer Een" kon niet tijdig worden aanbesteed en daardoor was er een kans dat niet tijdig met de werken kon worden gestart. Daarom is eind maart door het waterschap gestart met voorbereidende werkzaamheden. Later bleek het noodzakelijk om het werk uit te voeren in 2005. De oplevering van het werk in 2005 is enigszins vertraagd omdat het vinden van voldoende klei met erosiebestendigheidsklasse 1 problemen gaf.






Referenties



Kerndocumenten






















































Referenties
Bezig met het laden van de kaart...


HZ University of Applied Sciences
Rijkswaterstaat, Ministerie van Infrastructuur en Milieu
Projectbureau Zeeweringen
Waterschap Scheldestromen
Provincie Zeeland
Deltares