Context VN set links: model = Wilhelmus- en Kruispolder
Set VN link, Property name = Supercontext, Property VN name = Supercontext
Model link = Wilhelmus- en Kruispolder
Result = Dijkvakken Zeeland VN
End Set VN link
Het dijktraject Wilhelmus-, Kruispolder en Walsoorden ligt in Zeeuws-Vlaanderen ten oosten van Terneuzen, in het beheersgebied van het Waterschap Scheldestromen, tijdens de uitvoering in voormalig Waterschap De Drie Ambachten.
Lesson learned: Natuursteen op een gelijk filter
Natuursteen op een gelijk filter, dus met hoogte verschillen in de bovenzijde van de bekleding
De natuursteen (basalt) op een gelijk filter, verdient niet de voorkeur van de beheerder. Het is moeilijk te zien of er schade aan de bekleding is vanwege het zeer onregelmatige oppervlak.
"De directie vindt het visueel een absoluut lelijke glooiing."
De transportroute liep beneden langs de dijk. In eerste instantie werd de weg open gehouden voor verkeer. Na de vakantie in 1997 is de weg afgesloten. Gedurende de winterstop is de weg weer opengesteld voor het verkeer.
Het dijkvak van de Kruispolder en de Wilhelmuspolder ligt in Zeeuws-Vlaanderen, in het beheersgebied van het Waterschap Scheldestromen, tijdens aanleg Waterschap Hulster Ambacht, tussen de plaatsen Baalhoek en Walsoorden. Het gedeelte dat is geselecteerd voor verbetering had een lengte van 4416 m en lag tussen de Nol van Baalhoek en Walsoorden. De buitenzijde van de zuidelijke havendam van de haven van Walsoorden is in dit project meegenomen.
Verticaal gezien bestond de bekleding uit twee gedeelten, met een overgang rond NAP+3,5m. Dat is ongeveer 1m boven Gemiddeld hoogwater (GHW). De taludhelling van de boventafel is circa 1:3,5. De bekleding bestond uit betonblokken van 0,5m bij 0,5m met een dikte van 0,2m. Het basismateriaal van de gehele boventafel bestond uit klei. De bekleding van de boventafel was aangebracht rond 1980. De taludhelling van de ondertafel was ook hier circa 1:3,5. De bekleding bestond uit verschillende soorten natuursteen op een granulaire laag en varieerde sterk over de lengte van het dijkvak. Van boven naar beneden ging het om de volgende typen steen: basaltzuilen, betonzuilen, blokken van Poolse graniet, Doornikse blokken en Lessinische steen. Aan het zuid-oostelijk uiteinde bevond zich in de ondertafel de zogenaamde Nol van Baalhoek. In dit ontwerp is deze Nol buiten beschouwing gelaten.
Een vrijgavedocument waarin de toetsing door de beheerder was uitgevoerd en beschreven was destijds niet voorhanden. De toetsing werd uitgevoerd door de ontwerper en is weergegeven in de ontwerpnota. De stabiliteit van de toplaag is voor de gehele boventafel en voor een deel van de ondertafel beoordeeld als ‘onvoldoende’; voor een deel van de ondertafel is het eindoordeel uitgesteld in afwachting van nader onderzoek naar de dikte van de basaltzuilen bovenin de ondertafel.
Destijds lag het in de bedoeling om gekantelde blokken op geotextiel op klei toe te passen op locaties waar dat mogelijk was. Dimensionering hiervan was niet mogelijk, wel waren er proeven in de Deltagoot op basis waarvan bleek dat deze constructie mogelijk was. Later veranderde de golfrandvoorwaarden waardoor een andere constructie moest worden gekozen, namelijk zuilen op een filterlaag. Nieuwe inzichten maakten het mogelijk om blokken (op hun kant) op een filterlaag te dimensioneren. Het bleek dat deze constructie toepasbaar was, ook bij de nieuwe golfrandvoorwaarden.
Bij het uitvoeren van de revisie toetsing waren er enige stukken die niet gelijk werden goedgekeurd. Na enige aanpassingen van de toetsing bleek dat het gehele dijkvak kon worden goedgekeurd, behalve de bocht aan de oostzijde van het werk. In de bocht waren blokken op hun kant gedimensioneerd. In de uitvoering werden hydroblocks (0,35m) gezet, omdat die beter in een bocht kunnen worden geplaatst. Deze zuilhoogte bleek onvoldoende. Dit deel is aangepast tijdens uitvoering van het naastliggende werk.
Na de inschrijvingen waren er problemen in verband met enige van de aannemers(combinaties). De aannemers van de drie laagste aanbiedingen waren niet in staat om aan te tonen dat zij voldoende werken van gelijke strekking hadden uitgevoerd. Bij één van de combinaties was een arbitrair vonnis noodzakelijk om de afwijzing te bevestigen.
De aannemer is benieuwd hoe de directie de glooiing van Poolse graniet op een gelijk filter beoordeelt. De directie vindt het visueel een absoluut lelijke glooiing (ongelijke bovenkanten) maar constructief zal het goed moeten zijn. De volle breedte van 7,20m. mag nu gezet worden met granietblokken vanaf een hoogte van 30cm. Er moet geprobeerd worden om de onderlinge hoogteverschillen zo gering mogelijk te houden.
De aannemer merkt op dat op sommige plaatsen wel 2 of meer keer moet worden afgemaakt omdat het talud ter plekke door een te hoge waterspanning in de dijk naar buiten wordt gedrukt. Na het maken van elk stuk glooiing zal door de aannemer telkens de situatie worden vastgelegd, zodat later zal kunnen worden bewezen dat een eventuele te bol staande glooiing goed is aangelegd en dat de waterspanning in de dijk de oorzaak is.
Aan het einde van de bouwactiviteiten in 1997 heeft de aannemer een overzicht uitgereikt waarop staat aangegeven hoeveel, waar en wanneer de polygoonzuilen, hydroblocks en blokken op z'n kant worden gezet. Het komt er op neer dat 1 oktober de gehele glooiing tot N.A.P. +5,00 m. zal zijn aangebracht. Verschillende stukken glooiing liggen al tot N.A.P.+6,30m. Naar verwachting zal medio okt. '97 de gehele glooiing op die hoogte zijn aangebracht. De kreukelberm komt ook eind deze week gereed. De productie van het leggen van blokken op z'n kant valt wat tegen omdat het schoonmaken van de blokken een tijdrovende bezigheid is. Naar aanleiding van bovengenoemde stand van de werkzaamheden wordt door de directie voorgesteld om: a. De resterende betonblokken (ca. 11000 m2) van de buitenberm en de kruin van de dijk te verwijderen en tijdelijk op te slaan in een binnendijks depot. b. Het buitentalud en de buitenberm van de hoogwaterkering in resp. z'n oorspronkelijke en nieuwe staat aan te brengen en in te zaaien met graszaad. c. De nieuwe onderhoudsweg aan te leggen, aansluitend aan de nog bestaande onderhoudsweg, zodat langs het gehele werk een onderhoudsweg op de buitenberm aanwezig zal zijn i.v.m. eventuele calamiteiten. d. Over het gedeelte van de nieuwe onderhoudsweg waar de glooiing op hoogte is, de eerste laag asfalt aan te brengen. e. de verticale aansluitingen tussen bestaand en nieuw glooiingswerk tijdelijk met behulp van handzetwerk dicht te zetten en de naden in te gieten met gietasfalt.
Er wordt teruggeblikt op het aanleggen van bekledingen van verschillende soorten zuilen. De directie zegt benieuwd te zijn naar de ervaring van de aannemer tot nu toe met het verwerken van de verschillende soorten betonzuilen: De aannemer vindt de polygoonzuilen minder geschikt in bochten. Daarentegen zijn de hydroblocks prima in bochten te verwerken. In de rechtstand voldoen beide systemen goed. Het Waterschap merkt nog op dat ze grote problemen voorziet met basalton als daar onderhoud aan gepleegd moet worden, hetgeen in de toekomst toch zeker het geval zal zijn. (Basalton wordt in dit bestek niet verwerkt.)
Het aanbrengen van de glooiing met platte betonblokken op z'n kant heeft wat met problemen te kampen gehad. Om de blokken schoon te maken voordat ze kunnen worden herplaatst heeft de aannemer een apparaat ontwikkeld. Deze rollenbaan waarover de betonblokken gerold worden om de aanhechtende klei te verwijderen werkte niet goed bij regenachtig weer. De rollenbaan is aangepast en nu is de productie toegenomen. Er heeft een klein ongeval plaatsgevonden. Een werknemer heeft zijn vingers geklemd tussen de betonblokken en de rollenbaan.
Na overleg met de beheerder en de directie wil de aannemer eerder met de werkzaamheden beginnen dan is toegestaan. De directie heeft toestemming verleent met inachtneming van enkele voorwaarden. Uit nader overleg met de opdrachtgever bleek dat het, gezien de voorbeeldfunctie van Rijkswaterstaat, niet wenselijk was om buiten het stormseizoen aan primaire waterkeringen te werken. De directie heeft op grond van bovenstaande de toestemming ingetrokken en de aannemer opdracht gegeven het werk op woensdag 4 maart onmiddellijk te stoppen en te wachten tot 1 april. Er zijn maatregelen genomen om de glooiing weer te herstellen in de toestand van 1 maart.
Om de toepasbaarheid van blokken op hun kant te vergroten was tijdens de vorige vergadering aan de aannemer verzocht om in de langsvoegen afstandhouders te plaatsen. Dit om vergroting van de toplaagdoorlatendheid te bevorderen. Daarom is de aannemer verzocht om met spoed afstandhouders te bestellen. Uit proeven in het waterloopkundig laboratorium is inmiddels gebleken dat de afstandhouders uit de voegen werden gezogen tijdens grote golfaanval. Ook het opvulmateriaal (grind) was erg snel uit de voegen verdwenen. De directie moet de aannemer nu melden dat de door de directie opgedragen activiteiten tot het zo snel mogelijk vervaardigen van afstandhouders wordt ingetrokken. Er is besloten dat de blokken op z'n kant volgens het reguliere bestek zonder langsnaad koud tegen elkaar gezet moeten worden. De aannemer doet vervolgens het voorstel om toch de blokken op z'n kant aan te brengen met een langsnaad, met als argument: als nu uit proeven gebleken is dat die langsnaden nodig zijn dan kan het niet zo zijn dat dit zo maar weer geschrapt wordt. De aannemer wil dan afstandhouders leveren met voetjes aan de onderkant van de afstandhouders zodat het uitspoelen verhindert wordt. De directie wil niet op dit voorstel ingaan.
Context VN set links: model =