Set VN link, Property name = Context, Property VN name = Context
Model link = Zeegras Algemene ecologie van zeegrassen
Result = Zeegras Ecologie van zeegras VN
End Set VN link
Set VN link, Property name = Produces, Property VN name = Produces
Model link = Zeegras Algemene ecologie van zeegrassen
Result =
End Set VN link
Set VN link, Property name = Consumes, Property VN name = Consumes
Model link = Zeegras Algemene ecologie van zeegrassen
Result =
End Set VN link
Set VN link, Property name = Part of, Property VN name = Part of
Model link = Zeegras Algemene ecologie van zeegrassen
Result =
End Set VN link
Set VN link, Property name = Instance of, Property VN name = Instance of
Model link = Zeegras Algemene ecologie van zeegrassen
Result =
End Set VN link
Set VN link, Property name = Concerns, Property VN name = Concerns
Model link = Zeegras Algemene ecologie van zeegrassen
Result =
End Set VN link
Zeegrassen zijn aquatische angiospermen en de enige bloeiende planten die zijn aangepast aan een zout milieu. Hoewel zeegrassen lijken op terrestrische grassen, zijn ze er niet aan verwant. Zeegrassen komen over de hele wereld voor (Green & Short 2003). Wereldwijd worden er twaalf genera onderscheiden die zijn ingedeeld in vier families: Zosteraceae, Posidoniaceae, Cymodoceae, en Hydrocharitaceae (Govers, 2014 (Chapter 1)). Er worden in Nederland twee soorten zeegras aangetroffen: Zostera noltii Hornem. - klein zeegras - en Zostera marina L. - groot zeegras.
Zostera noltii is een meerjarige soort, die in het litoraal voorkomt. De plant heeft een relatief groot rizoomsysteem, waarmee hij overwintert. In de voorjaars- en zomerperiode ontwikkelt zich hierop een grasachtige plant met kleine smalle bladeren (lengte tot 25 cm, breedte 0.5 - 1,5 mm).
Zostera marina is zowel eenjarig als meerjarig. In het litoraal van West-Europa is de soort over het algemeen eenjarig, terwijl hij sublitoraal en submers meerjarig is. Op een relatief kleiner wortelstelsel ontwikkelt zich in voorjaar en zomer een forse plant die in het litoraal tot ca. 60 cm en sublitoraal en submers, afhankelijk van de helderheid van het water één tot vele meters lang kan worden met bladeren van ca. 2 - 5 mm breed. Vroeger werd bij Zostera marina nog onderscheid gemaakt in een breedbladige en een smalbladige ondersoort. De smalbladige vorm groeit op de periodiek droogvallende slikken en platen. De breedbladige vorm groeide waarschijnlijk rond de laagwaterlijn en permanent onder water. Deze vorm kwam tot eind jaren 1980 voor in het Havenkanaal van Goes, maar is verdwenen na de grote verbeteringswerken aan de het kanaal. Recentelijk wordt dit onderscheid in principe niet meer gemaakt, omdat de verschillen mogelijk fenotypisch worden bepaald (de Jong en de Jonge, 1989).
In Harmsen (1936) en van Katwijk et al (2000), zie ook van der Heide et al (2006), wordt echter aangegeven dat er in de Waddenzee in het verleden sprake was van twee morfologische typen, een flexibel type en een robuust type. Het flexibele type groot zeegras is voornamelijk eenjarig, groeit op de droogvallende slikken en platen rond NAP en valt hierdoor bij elke getijdencyclus langdurig (± 6 uur) droog; dit type komt nog steeds, spaarzaam, voor in Nederland. Het robuuste type groot zeegras is meerjarig, groeide rond de laagwaterlijn en daaronder en kwam vroeger voor in uitgestrekte velden in het westelijk deel van de Waddenzee. In de jaren 30 van de vorige eeuw is dit morfotype uitgestorven.
Zeegrassen zijn de enige zaadplanten die zich volledig aangepast hebben aan een permanent overstroomd zoutwatermilieu. Hierdoor hebben ze een sterke concurrentiepositie. Zeegrasecosystemen hebben hoge natuurwaarden. De velden vervullen een aantal functies die voor die specifieke systemen erg waardevol zijn. Zo stabiliseert een zeegrasveld het sediment. Doordat de velden vaak hoge dichtheden bereiken wordt de erosie sterk gereduceerd. Daarnaast worden de zeegrasvelden ook wel gezien als kraamkamer en schuilplaats voor vissen en andere mariene macrofauna. Ook de mens heeft gretig gebruikgemaakt van de hoge productiviteit van zeegrasvelden. Veel mensen in het noorden van Nederland verdienden in het begin van de vorige eeuw hun kost met 'wier'visserij. Zij gingen met grote boten eropuit om enorme hoeveelheden zeegras binnen te halen (zie figuur 2). De planten werden gebruikt voor bijvoorbeeld dijkversteviging, matrasvulling, isolatiemateriaal of bemesting (Wijgergangs en de Jong, 1999).
Onder de referenties staat een zogenaamde conceptmap met daarin aangegeven de factoren die het voorkomen van zeegras bepalen en de relaties daartussen. De factoren en processen zijn aanklikbaar voor de achterliggende informatie.